3.4.1 Het interbellum: na en voor een wereldoorlog, week 1


Het Interbellum (1919-1939)
3.4 Interbellum, na en voor een wereldoorlog
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


Het Interbellum (1919-1939)
3.4 Interbellum, na en voor een wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen 
-welke bepalingen in het Verdrag van Versailles stonden
-waarom er onvrede was in de Weimarrepubliek
-waarom Duitsers dachten een sterke leider nodig te hebben 

Slide 3 - Diapositive

Om iets te begrijpen van de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog gaan we even terug naar de Eerste Wereldoorlog. 
Wat weet je er zelf al van? 


Filmpje. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Kijkvragen, noteer de antwoorden in je schrift. 
Ten oorlog: de Eerste Wereldoorlog, 1914-1918.
1. Welke twee bondgenootschappen stonden tegenover elkaar in het begin van de Eerste Wereldoorlog? 
2. Wat was het doel van bondgenootschappen? Leg uit waarom dit doel juist niet werd bereikt. 
3. Hoe werd in 1914 tegen de oorlog aan gekeken? 
4. Waarvoor diende het Von Schlieffenplan? Leg uit of het plan heeft gewerkt. 
5. Wat voor soort oorlog werd de Eerste Wereldoorlog? Wat maakt zo'n soort oorlog moeilijk?
6. Welk gevolg had de Eerste Wereldoorlog voor vrouwen?
7. Leg uit waarom er veel propaganda (politieke reclame) werd gebruikt in deze oorlog.
8. Leg uit waarom 1917 een belangrijk jaar was. Noem twee dingen. 
9. Noem drie voorbeelden van nieuwe wapens/uitvindingen die gebruikt werden. 
10. Wat gebeurde er op 11 november 1918? 

Slide 6 - Diapositive

3.4.1 Straf voor Duitsland

Slide 7 - Diapositive

Tijd voor vrede
  • 1918: Duitsland geeft op. Er is een wapenstilstand
  • 1919: Vrede van Versailles:
  • Duitsland kreeg de schuld van de oorlog, moest herstelbetalingen doen,  grondgebied afstaan en het leger beperken tot 100.000 man.

Slide 8 - Diapositive

Keizer Wilhelm II vlucht naar het neutrale Nederland en sterft in 1941 in Doorn. 

Duitsland is vanaf dan geen keizerrijk meer maar een democratische  republiek: de Republiek van Weimar. 

Slide 9 - Diapositive

Gevolgen voor Duitsland

  • De Duitsers zijn boos op de nieuwe regering: zij hebben immers het vredesverdrag ondertekend en daarmee het leger een dolk in de rug gestoken. 

Slide 10 - Diapositive


Verdrag?! Dictaat!



In Duitsland is grote onvrede over het Verdrag van Versailles en spreekt men
liever van het Dictaat van Versailles, een opgelegde vrede. 

Slide 11 - Diapositive

Gevolgen voor Duitsland

  • Door de herstelbetalingen gaat het slecht met de Duitse economie en is er veel armoede en inflatie: geld wordt minder waard.
  • Duitsland ging geld lenen van de VS voor de herstelbetalingen-->
  • Dawesplan

Slide 12 - Diapositive

Inflatie: prijzen voor 1 kilo brood (1923)
December 1921:                        4 Mark 
December 1922:                       163 Mark 
Januari 1923:                              250 Mark 
April 1923:                                   474 Mark 
Augustus 1923:                          69.000 Mark 
November 1923:                        201.000.000.000 Mark

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Beurskrach
1929
In de VS begon er een enorme economische crisis. Deze crisis sloeg over naar Europa. 
De leningen van het Dawesplan stopten. Duitsland werd dus nog erger dan andere landen getroffen door deze economische crisis. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive


Als er crisis en veel armoede is, willen mensen een sterke leider

Slide 18 - Diapositive

Wat was de naam van Duitsland na de Vrede van Versailles?
A
De Duitse Bond
B
Weimarrepubliek
C
Bondsrepubliek Duitsland
D
De Weimarbond

Slide 19 - Quiz

Wat is geen punt uit de vrede van Versailles?
A
Duitsland kreeg de schuld van de oorlog
B
Duitsland mocht een groot leger houden
C
Duitsland moest de kolonien afstaan
D
Duitsland moest grondgebied afstaan

Slide 20 - Quiz

Wat is de dolkstootlegende?
A
Complottheorie dat de Duitse legerleiding had gevraagd om een wapenstilstand
B
Complottheorie dat de Duitse legerleiding ontvoerd was door de Fransen
C
Complottheorie dat de nieuwe Duitse regering de vrede sloot zonder overleg met de legerleiding
D
Complottheorie dat de Duitse legerleiding de vrede had getekend zonder overleg met de Duitse Keizer

Slide 21 - Quiz

Bij inflatie
A
stijgt de koopkracht van mensen
B
daalt de koopkracht van mensen

Slide 22 - Quiz

Wat is inflatie?
A
Dat geld meer waard wordt.
B
Dat geld minder waard wordt.
C
Dat er producten in een land komen.
D
Dat een land producten verkoopt aan een ander land.

Slide 23 - Quiz

Door het Dawesplan
A
kwam er inflatie in Duitsland
B
Kwamen er leningen uit de VS beschikbaar
C
beloofden de Europese landen geen oorlog te starten.
D
raakte de economie van Duitsland in een diepe crisis

Slide 24 - Quiz


In 1929 stortte de beurs op Wall Street in. Het gevolg daarvan was een wereldwijde economische crisis. Duitsland werd door deze crisis extra zwaar getroffen.
Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde
economische crisis?
A
De Verenigde Staten hadden hun financiële hulp aan Duitsland stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
Roosevelt had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.

Slide 25 - Quiz

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen 
-welke bepalingen in het Verdrag van Versailles stonden
-waarom er onvrede was in de Weimarrepubliek
-waarom Duitsers dachten een sterke leider nodig te hebben 
-hoe Hitler veel steun kreeg

Slide 26 - Diapositive