klokkijken IJsbreker H2

IJsbreker
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
basisonderwijsBeroepsopleiding

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

IJsbreker

Slide 1 - Diapositive

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je zakkie in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Diapositive

de tijd/ de klok

Slide 3 - Carte mentale

De wijzers
De grote wijzer
De grote wijzer geeft de minuten aan.
Steeds als de grote wijzer een rondje heeft gemaakt is het één uur verder

Slide 4 - Diapositive

De kleine wijzer
Geeft de uren aan
De wijzers

Slide 5 - Diapositive

5 over
10 over
kwart over
10 voor half
5 voor half
Half
5 over half
10 over half
kwart voor
10 voor
5 voor
hele uur

Slide 6 - Diapositive

5 over
10 over
kwart over
10 voor half
5 voor half
Half
5 over half
10 over half
kwart voor
10 voor
5 voor
hele uur
Hoe zit dat met de minuten in een uur??

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel minuten is een kwartier?
A
10 minuten
B
20 minuten
C
5 minuten
D
15 minuten

Slide 8 - Quiz

Hoeveel minuten is een half uur?
A
30 minuten
B
15 minuten
C
45 minuten
D
60 minuten

Slide 9 - Quiz

Hoeveel minuten is 3 kwartier?
A
30 minuten
B
60 minuten
C
45 minuten
D
15 minuten

Slide 10 - Quiz

Digitale klok
De digitale klok geeft 2 x op een dag de tijden weer:


1 x met de cijfers
00:00-11:59 (Nacht en ochtend)
1 x met de cijfers:
12:00-23:59 (Middag en avond)
          uren                          minuten
        2 uren          en          20 minuten

Slide 11 - Diapositive

------------------------------------------------------------------
13.00
14.00
15.00
16.00
17.00
18.00
19.00
20.00
21.00
22.00
23.00
24.00
AVOND
MIDDAG
ochtend
NACHT

Slide 12 - Diapositive

OCHTEND--> AVOND
-Een dag heeft 24 uur
-Elke tijd zit 2 x in de 12 uur op de analoge klok.
- 2 uur in de nacht en 2 uur in de middag.(bv)
-digitaal telt tot 24uur.
-03.00 's nachts en 15.00 's middags
-Om de digitale tijd te berekenen doe ik +12 of - 12 uur
- Het ligt eraan of het 's ochtends is of 's avonds hoe ik het moet berekenen.



Slide 13 - Diapositive

+12 of - 12?
03.00 -->
16.00  -->
07.00 -->
21.00  -->
08.00 -->
23.00 -->

Vingers!!

Slide 14 - Diapositive

Welke digitale tijden horen
bij deze klok?
A
08.00+20.00
B
04.00+16.00
C
03.00+15.00
D
07.00+19.00

Slide 15 - Quiz

Welke digitale tijden horen
bij deze klok?
A
02.00+14.00
B
10.00+22.00
C
12.00+00.00
D
06.00+18.00

Slide 16 - Quiz

Welke digitale tijden horen
bij deze klok?
A
03.00+15.00
B
06.00+18.00
C
09.00+21.00
D
12.00+ 24.00 (00.00)

Slide 17 - Quiz

Welke digitale tijden
horen bij deze klok?
A
02.00+14.00
B
06.00+18.00
C
01.00+13.00
D
08.00+20.00

Slide 18 - Quiz

Bij digitaal schrijf je het uur op dat al is geweest.
      8 uur                                  half 7                        kwart voor 6
08.00                                     06.30                                05.45

Slide 19 - Diapositive

Hoe laat is het als je de wekker op 06.10 ziet staan?
A
10 voor 6 in de ochtend
B
10 over 6 in de ochtend
C
10 voor 6 in de middag
D
10 over 6 in de middag

Slide 20 - Quiz

Hoe laat is het?
A
08.00
B
06.00
C
07.00
D
11.35

Slide 21 - Quiz

Hoe laat is het?
A
06.30
B
18.30
C
07.30
D
19.30

Slide 22 - Quiz

Hoe laat is het?
A
3.45
B
4.15
C
4.45
D
3.15

Slide 23 - Quiz

Hoe laat is het?
A
2.15
B
15.15
C
14.10
D
10.15

Slide 24 - Quiz

Hoe laat is het hier?
2.10
A
10 over 2 snachts
B
10 over 2 smiddags
C
10 voor 2 snachts
D
10 over 2 smiddags

Slide 25 - Quiz

Hoe laat is het hier?
18.40
A
10 voor half 7 smorgens
B
10 over half 7 savonds
C
half 7 smorgens
D
half 7 savonds

Slide 26 - Quiz

Hoe laat is het hier?
23.55
A
10 uur savonds
B
5 over 11 savonds
C
5 voor 12 snachts
D
5 voor 11 savonds

Slide 27 - Quiz

Hoe laat is het hier?
00.00
A
12.00 smiddags
B
24.00 snachts

Slide 28 - Quiz

Hoe laat is het hier?
00.01
A
1 minuut over 12 smiddags
B
1 min over 12 snachts

Slide 29 - Quiz

Hoe laat is het hier?
10.33
A
3 min. over half 10
B
3 min voor half 10
C
3 min over half 11
D
3 min voor half 11

Slide 30 - Quiz

Hoe laat is het hier?
08.44
A
1 min. na kwart voor 8
B
over 1 min. is het kwart voor 8
C
1 min. na kwart voor 9
D
over 1 min. is het kwart voor 9

Slide 31 - Quiz

Hoe noteer je 7 minuten voor 11 uur smorgens?
A
11.07
B
10.07
C
11.53
D
10.53

Slide 32 - Quiz

Hoe noteer je 11 minuten voor half 6 smorgens?
A
05.19
B
05.41
C
11.06
D
18.19

Slide 33 - Quiz

Hoe laat is het nu?
A
tijd om in je schrift te werken op blz:128
B
Tijd om op te ruimen
C
tijd voor pauze

Slide 34 - Quiz

Huiswerk: 


Slide 35 - Diapositive