ECO CURSUS 1.3 TL

• mens en maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

MENS EN MAATSCHAPPIJ

CURSUS 1.2

Lesdoelen

Aan het einde van deze les weet ik ....

• Dat geld een ruilmiddel is en ermee kunt betalen, rekenen en sparen
• De geschiedenis van geld

Wat is geld ?

Ruilmiddel: iets waarmee je kunt ruilen

            Geld

Directe ruil en indirecte ruil

Voordelen:

1.  Ruilen
2.  Sparen
3.  Rekenen 

Wat: Opdrachten 2 en 3 op blz. 14

Hoe: Zelfstandig

Tijd: 5 minuten

Klaar ?: Lees de leerstof Ruilhandel

En schrijf in de chat het woordje: klaar 

 

Hoe is geld ontstaan?

        Tijd van de jagers en boeren

         Ruilhandel: handel waarbij geen geld wordt gebruikt

          

          Tijd van de Grieken en Romeinen

      Betaalmiddel: waarmee je kunt betalen

          Tijd van monniken en ridders

           Ruilhandel

T.        

          Tijd van de Steden en Staten

        Giro: systeem waarmee je geld kunt overmaken zonder het van de bank af te halen

MENS EN MAATSCHAPPIJ

CURSUS 1.3

Lesdoelen

Aan het einde van deze les weet ik ....

• Wat consumeren is.
• Wat een bestedingspatroon is en hoe dit invloed heeft op de maatschappij.
• Geld lenen kost geld.

Consumeren

Consumeren = kopen

Wat koop je?  Goederen en diensten

Goederen en diensten kun je verkopen en kopen

             Markt 

Wat: Opdrachten 2, 3 en 4 op blz 20

Hoe: Zelfstandig

Tijd: 5 minuten

Klaar ?: Lees de leerstof Jongeren en geld

En schrijf in de chat het woordje: klaar 

 

Jongeren en geld

Ieder mens heeft een anderen bestedingspatroon

De manier waarop mensen geld uitgeven

In elke bestedingspatroon komen de inkomen en uitgaven van een persoon in voor.

Reclame

Een manier om aandacht te trekken voor een product

                                                      Hoe?

De producent richt zijn reclame op een groep mensen en maakt dit zo aantrekkelijk mogelijk

Invloed

Sociale beïnvloeding: mensen hebben op elkaar invloed

Commerciële beïnvloeding: verkopers die invloed op de consument hebben

Korting

Eline koopt een Dsquared T-shirt van 150 ,- met 30% korting.

Hoeveel moet Eline betalen?

Formule: BEDRAG : 100 x PROCENT = KORTING

150 : 100 = 1,50 x 30 = 45 ,-

Hoeveel moet Eline dus totaal betalen?

150 - 45 = 105 ,-

Yassir koopt een LV tas van 300 ,-. Hij krijgt 20% korting. Hoeveel moet hij betalen?

Jasmijn koopt een fiets van 150,-. Zij krijgt 40% korting. Hoeveel moet Jasmijn betalen?

1. 100,-
2. 90,-
3. 85,-
4. 75,-

Jasmijn koopt een fiets van 150,-. Zij krijgt 40% korting. Hoeveel moet Jasmijn betalen? 

FORMULE: BEDRAG : 100 x PROCENT =

150 : 100 x 40 = 60

150 - 60 = 90

Wat: Opdrachten  8 op blz 20

Hoe: Zelfstandig

Tijd: 5 minuten

Klaar ?: Maak opdracht 7

En schrijf in de chat het woordje: klaar 

 

Video opdracht

• Denk alvast na over waar jij jouw mini vlog of TikTok video wilt maken.
• Video moet minimaal en maximaal 1 minuut lang duren.
• Hoe lever je dit in?: via Teams of mail
• DEADLINE: woensdag 20 januari 2020 om 17:00 uur 

                                                   [e-mail]