klas 1 herhaling

klas 1 herhaling

Leenstelsel

Hofstelsel

Politiek

Economie

Leenheer 

Boeren

Leenman

Landbouwgrond

herendiensten

De verspreiding van het Christendom is een ... verandering.

1. Economische
2. Bestuurlijke
3. Religieuze

Wie verspreidden het christendom?

1. bisschoppen
2. ridders
3. missionarissen
4. monniken

Wie was geen missionaris?

1. Bonifatius
2. Constantijn
3. Willibrord

Willibrord en Bonifatius bekeerden mensen tot het christendom. Wat is bekeren?

1. Mensen overhalen om te geloven in de christelijke god.
2. Mensen de keuze geven om te geloven in de god die ze zelf willen.
3. Een kerk bouwen.
4. Mensen dopen.

Wie was de leider van de kerk in de tijd van de ridders en monniken?

Paus

Wat zijn geestelijken?

Welke drie standen waren er?

1. Geestelijken, adel, soldaten
2. Soldaten, adel, boeren
3. Geestelijken, adel, boeren

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

Geestelijken

Adel

Boeren

Sleep de kenmerken naar de juiste standen

Eerste stand

Tweede stand

Derde stand

De geestelijken

De adel

De boeren

Moest vechten

Moest werken

Moest bidden

Wat is het hofstelsel?

1. Bescherming in ruil voor pacht en herendiensten
2. Raad en daad
3. Geld lenen van het hof
4. Ander woord voor leenstelsel

Wat was het leenstelsel?

1. Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
2. Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
3. Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
4. Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan zijn ridders

Wat is een monnik?

1. Iemand die heidenen bekeert
2. Een geestelijke die in een klooster woont
3. De rechterhand van de paus
4. Een priester met een eigen kerk

Waarom werd Koning Clovis bekeerd?

1. Hij kreeg daardoor respect van zijn leenmannen
2. Hij kreeg daardoor steun van de paus
3. Hij werd daarvoor betaald

In het hofstelsel (meerdere antwoorden goed)

1. geeft de heer bescherming aan de horige
2. moesten horigen herendiensten verrichten
3. geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
4. helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Wat was een nadeel van het leenstelsel? Meerdere antwoorden goed

1. Hertogen en graven begonnen het gebied als hun eigen bezit te zien.
2. De koning kon niet precies weten wat er overal gebeurde.
3. De eed van trouw was niet betrouwbaar.
4. Het gezag en het gebied van een leenman werd erfelijk.

De koning was in het leenstelsel de ...

1. Leenheer
2. Leenman
3. Achterleenman

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen