poëzie les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Poëzie

Doel: ik ken de kenmerken van poëzie

Opzet

• Doornemen van de theorie aan de hand van voorbeelden/ zelf de opdrachten doorwerken

Fictionele teksten

• Proza of epiek

• Toneel of dramatiek

• Poëzie of lyriek

noteer zelf een voorbeeld per type

Kenmerken poëzie

• Bladspiegel

• Veel wit

• Strofenbouw

• Regels in plaats van zinnen

• Ideeën, gevoelens of gedachten worden onder woorden gebracht

• Het gaat nooit om de gebeurtenissen, maar om gedachte daarachter

Kenmerken poëzie

•  ‘ik’ richt zich tot iemand
  

• geliefde

• toehoorder

• lezer in het algemeen

•  Tijd en ruimte
  

• geen tijdsverloop

• geen specifieke ruimte

• tijd als beeld

• Metrum en ritme

Kenmerken poëzie

• Thematiek 
• meestal verborgen betekenis 
• Metrum en ritme 

Thematische laag: ‘er staat meer dan er staat’

• Open poëzie

• direct begrijpelijk

• doel: emoties opwekken

• Hermetische poëzie

• Veel open plekken

Thema vinden

• Titel 
• Eerste zinnen
• Tegenstellingen
• Opsommingen 
• (Herhaling)

Opdracht

Maak opdracht 2 en 3 uit jullie werkboek.

We gaan zo bespreken.

Poëtica

• Schrijver en lezer hebben een bepaalde literatuuropvatting

• Poëtica dichter is sterk bepalend voor werk

• Poëticale gedichten gaan over dichten zelf

Opdracht

Maak opdracht 4. We bespreken zo een paar. 

Noteer drie kenmerken van poëzie.

Afronding

Noteer drie kenmerken van poëzie.