Woche 14

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Woche 14

Du weißt wie die Deutschen wohnen

Du kennst Deutsche wörter für Möbelstücke

Meine Wohnung

Die Küche

die Treppe

die Couch

das Kissen

der Tisch

das Fenster

Das Esszimmer

das Bild

der Schrank

der Tisch

der Stuhl

das Regal

die Lampe

das Bett

der Wecker

Schrijf zo veel mogelijk Duitse woorden op die met wonen te maken hebben

Kijk oefening 6 na

KL

GL: twee synoniemen voor 1 woord

Hoeveel fouten had je?

Maak een plattegrond van je (slaap) kamer en schrijf daarbij minimaal 6 Duitse woorden

Maak een foto of screenshot van je plattegrond (zie vorige dia)

Leer nu de woordjes A van Kapitel 7

Luister naar het gesprek
vul de ontbrekende
woorden in (opdr 9)

Vertel nu in 6 zinnen over het huis waar je woont