Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Databases & SQL
Slide 1 - Diapositive
Flashback naar klas 4: Wat was ook alweer het verschil tussen "gegevens" en "informatie" ?
Slide 2 - Question ouverte
Van gegevens naar informatie
Hoe zet je een boel gegevens (data) om in informatie?
De gegevens moeten geordend worden
Je moet je informatie in een vraag kunnen omzetten
De oplossing: Een database!
Slide 3 - Diapositive
Een Database is een gestructureerde
verzameling tabellen
Elke tabel heeft een bepaalde (vooraf door de ontwerper bepaalde) structuur
De tabellen hebben verband met elkaar -> relationele database
Een tabel kan in principe oneindig veel rijen met gegevens hebben
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Kun je voorbeelden van (toepassingen) van databases bedenken?
Slide 6 - Question ouverte
Databases zijn werkelijk overal:
Magister
Klantenadministratie
Webshops
Zoekmachines
Social Media
Overheid
Forums
...
Je gebruikt ze (ongemerkt) dagelijks!
(NB. Databases zijn gewilde dingen voor hackers!)
Slide 7 - Diapositive
Eigenschappen van tabellen in een Database:
1.Er staat maar één waarde in een kolom.
2.De waarden van een kolom zijn van hetzelfde soort.
3.Elke rij is uniek.
4.De volgorde van de kolommen doet er niet toe. 5.De volgorde van de rijen doet er niet toe. 6.Elke kolom heeft een unieke naam.
Slide 8 - Diapositive
Informatie uit een DB halen: Queries
Je hebt een Database vol data, je wilt nu informatie uit de database halen. Eigenlijk heb je dus een "vraag" aan de database:
Zijn appeltaarten nog op voorraad?
Hoe lang is Wt al in dienst op school?
Hoeveel volgers heeft mijnheer Van Der Wielen op Twitter?
Bij welke snackbar zijn de frikandellen het goedkoopst?
....
Je moet je vraag formuleren in de vorm van een Query
Slide 9 - Diapositive
SQL: Structured Query Language
De meest gebruikte querytaal is SQL
In SQL kun je je "vraag" aan de database formuleren
Je krijgt je antwoord weer in de vorm van een tabel
De formulering lijkt op Engels en is meestal goed te lezen/begrijpen
Het blijft een computer, dus je moet precies zijn
Een paar "tricky" dingen
Slide 10 - Diapositive
Wat denk je dat de volgende SQL query doet? SELECT first_name, last_name FROM employees WHERE location = "Eindhoven"
A
De stad Eindhoven toevoegen aan locaties
B
Alle werknemers uit Eindhoven tonen
C
Werknemers sorteren op achternaam
D
Het nucleaire arsenaal van de VS af laten gaan
Slide 11 - Quiz
Basisvorm van een Query
SELECT <gewenste kolommen>
FROM <tabel of tabellen uit DB>
WHERE <een of meer criteria>
In beginsel is SQL niet lastig. Wel zijn er flink wat commando's die je zult moeten leren/oefenen.
Er zijn een paar concepten wel wat lastiger (oefenen!)
Slide 12 - Diapositive
Zoals altijd bij informatica:
simpele bouwstenen met complexe mogelijkheden
SELECT first_name, last_name FROM employees WHERE department_name = (SELECT department_name FROM departments GROUP BY department_name HAVING avg(salary) > (SELECT avg(salary) FROM employees ) )
Lijst met namen van alle werknemers die werken op de afdeling die het hoogste gemiddelde salaris heeft t.o.v. andere afdelingen