Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 7:
Verenigde staten in beeld
§7.1 Klimaat en landschap deel 1
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole
Mededelingen:
Uitleg §7.1 ‘Klimaat en landschap' deel 1
Lesdoelencheck
Vooruitblik op de volgende les
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelvragen van deze les
Welke 5 hoofdklimaten zijn er?
Welke klimaten zijn er in de VS te vinden?
Noem van elk klimaat in de VS een kenmerk
Leg tenminste 2 klimaatfactoren uit
Wat is een klimaatgrafiek?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Wat weet jij van klimaten?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Vidéo
Klimaatsysteem van Köppen
Wladimir Köppen: Geograaf, meteoroloog en klimatoloog
Bedenker van de klimaten
indeling in 1918
Slide 7 - Diapositive
Klimaatsysteem van Köppen
5 hoofdklimaten:
A = Tropische klimaten
B = Droge klimaten
C = Zeeklimaten
D = Landklimaten
E = Koude klimaten
En 10 tallen subklimaten
bijv: Aw, Cf, Cw, Df, BW, BS, EH
Slide 8 - Diapositive
A-klimaat
B-Klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
Woestijn klimaat
Koude klimaat
Zee
klimaat
Steppe klimaat
Droge
klimaat
Savanne klimaat
Tropische klimaat
Land
klimaat
Slide 9 - Question de remorquage
Welke klimaatsoorten vind je in de VS?
Welke klimaatsoorten vind je in de VS?
Slide 10 - Diapositive
Tropisch klimaat in de VS
Zuidelijkste puntje van Florida
Zomer: heet en vochtig met af en toe neerslag.
Winter: zeer mild en minder neerslag
klimaatfactor: Dichtbij de evenaar. (breedteligging)
AW
klimaatgrafief
Slide 11 - Diapositive
Woestijn klimaat in de VS
Oosten van de VS.
Achter de bergen (Sierra Nevada en Coast Ranges).
Zeer warm en weinig neerslag.
Aanlandige wind (wind van zee) brengt vochtige lucht, maar neerslag valt aan de westkant van de Sierra Nevada en de Coast ranges (bergen).
klimaatfactor: zeestromen en gebergte.
Cactussen en vetplanten.
BW klimaat
klimaatgrafief
Slide 12 - Diapositive
Steppe klimaat in de VS
Midden en oosten van de VS.
Overwegend droog maar in de zomer wel neerslag door een warme vochtige uit het zuidwesten.
Voornamelijk struiken en grassen kunnen overleven.
Klimaatfactor: zeestromen en wind.
BS klimaat.
klimaatgrafief
Slide 13 - Diapositive
Zeeklimaat in de VS
Aanlandige (wind van zee), warme, vochtige wind van uit de golf van Mexico over heerst
het hele jaar neerslag (2x zoveel dan NL)
Zomer: zeer vochtig en warm (broeierig)
Winter: zeer mild
klimaatfactor: zeestromen
Cf klimaat
klimaatgrafief
Slide 14 - Diapositive
Middellandse zeeklimaat in de VS
Warme droge zomers en milde winter met neerslag.
Zomer: aflandige wind bij (wind van land) Californie, waardoor het droog en zonnig is
Winter: aanlandige wind vanaf de Grote Oceaan zorgt voor koeler weer en meer neerslag.
Klimaatfactor: zeestromen en wind
Cw klimaat
klimaatgrafief
Slide 15 - Diapositive
Landklimaat in de VS
Warme zomers en ijskoude winters.
aflandige wind (wind van land)
zomer: hoge temperaturen.
Winter: bergen beperken de invloed van atlantische oceaan, daardoor koude droge wind uit het noorden.
Klimaatfactor: Land (ontbreken van zee)
Df klimaat
klimaatgrafief
Slide 16 - Diapositive
Hooggebergte klimaat in de VS
Rocky Mountains, Cascade Range, Sierra Nevada (1500m en hoger).
Veel neerslag, eeuwige sneeuw en gletsjers.
klimaatfactor: hoogteligging
Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt (6 graden/1000m).
EH klimaat
klimaatgrafief
Slide 17 - Diapositive
Af
BW
Cw
Df
Cf
EH
BS
Slide 18 - Question de remorquage
7.1 Klimaat en reliëf in de V.S.
Je kunt de landschappen langs de 40e breedtegraad in de V.S. beschrijven en de verschillen benoemen.
Je weet wat de invloed is van de ligging van de gebergten op de temperatuur en de neerslag in de V.S.
Je kunt de temperatuurfactoren benoemen en toepassen op de V.S.
Invloed van zee
Aan- en aflandige winden
Zeestromen
Hoogteligging
Ligging van gebergten
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Op reis van New York naar San Francisco zie je grote verschillen in......
De windkant van een gebergte met veel neerslag.
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.
Wind vanaf land. Heet ook aflandige wind.
Boven land kan de lucht erg ........ maar ook erg ......... worden.
Reliëf
Loefzijde
Stuwingsregen
Regenschaduw
Landschapszone langs de 40e breedtegraad
Landwind
Warm en koud
Landschapszone langs de 40e breedtegraad
Slide 21 - Question de remorquage
Temperatuurfactoren
1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3. Land-zeeverdeling
4. Wind van land en zee
5. Ligging van gebergten
Slide 22 - Diapositive
In het (mid-)noorden van de VS is het 's winters vaak erg koud. Noem twee temperatuurfactoren die deze kou in dit gebied veroorzaken.
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Wat is een hoge luchtdrukgebied?
A
Een gebied met een teveel aan lucht
B
Een gebied met een tekort aan lucht
Slide 25 - Quiz
Welke luchtsoort ligt er ten noordwesten van de V.S.?
A
Warm en vochtig
B
Warm en droog
C
Koud en vochtig
D
Koud en droog
Slide 26 - Quiz
Welke luchtsoort ligt er ten zuidoosten van de V.S.
A
Warm en vochtig
B
Warm en droog
C
Koud en vochtig
D
Koud en droog
Slide 27 - Quiz
Wat zal het verschil in klimaat zijn tussen Seattle en San Francisco?
A
In Seattle is het warmer
B
In San Francisco het warmer
C
Het is in beide steden even warm
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
Waar vind je de 'A(=tropische) klimaten vooral?
A
Op gematigde breedte
B
Bij de polen
C
Bij de evenaar
Slide 30 - Quiz
De 'B=droge' klimaten vind je rond de ongeveer:
A
60 graden NB en ZN
B
10 graden NB en ZB
C
30 graden NB en ZB
D
0 graden NB en ZB
Slide 31 - Quiz
Welke letter hebben de zeeklimaten? (ezelsbruggetje!)
A
C
B
B
C
A
D
D
Slide 32 - Quiz
land-
klimaat
pool-
klimaat
tropisch
klimaat
(Middel-
landse)
zeeklimaat
droog
klimaat
Slide 33 - Question de remorquage
Je ziet, dat alle 5 de 'soorten' klimaten in de VS voorkomen (heel klein stukje tropisch klimaat)
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Vidéo
Wat zijn de gevolgen van de bevolkingspolitiek in China?
A
Migratie werd gestimuleerd naar het oosten van het land.
B
Daling geboortecijfer en vergrijzing.
C
Stijging van de vruchtbaarheid en vergrijzing.
D
De eenzaamheid onder jongeren nam af.
Slide 36 - Quiz
Wat is de rol van Hong Kong bij de Parelrivierdelta?
A
Een nationaal cultureel centrum.
B
Een nationaal politiek centrum.
C
Een voormalige kolonie van Groot-Brittannië.
D
Een internationaal financieel centrum.
Slide 37 - Quiz
Waar is de industrie in China geconcentreerd?
A
Alleen in Wuhan, waar ook de Corona pandemie begon.
B
Alleen rond de regio van Hong Kong.
C
In het kustgebied waar de groeipolen liggen.
D
In grote delen van het westen van China.
Slide 38 - Quiz
Welke soorten producten worden in China gemaakt?
A
Veelal demontage door arbeidsintensieve productie.
B
Meer dan 80% kennisintensieve productie.
C
Vooral lowbudget industrie.
D
Vooral maakindustrie ze willen de stap maken naar innovatie industrie.
Slide 39 - Quiz
Waarom werden SEZ (speciale economische zones) rond 1980 aangelegd in China?
A
Om de buitenlandse handel te bevorderen en daarmee de eigen economie.
B
Om de interne concurrentie te bevorderen.
C
Het hoofddoel was vissersdorpen te moderniseren.
D
Het was een economische droom van staatsman Mao Zedong.
Slide 40 - Quiz
Kies de juiste redenen bij de kleuren op de kaart. In China en in de rest van Azië is de bevolkingsspreiding erg ongelijk. Dat heeft een aantal natuurlijke redenen.Kies de juiste redenen bij de kleuren op de kaart. In China en in de rest van Azië is de bevolkingsspreiding erg ongelijk. Dat heeft een aantal natuurlijke redenen.
hooggebergte (te koud
woestijn/steppe (te droog)
toendra/ ijsvlakte (te koud)
tropisch regenwoud (onvruchtbaar)
Slide 41 - Question de remorquage
Vul de juiste antwoorden in.
Uit de vorm van een bevolkingsdiagram kun je de kenmerken van de leeftijdsopbouw aflezen. Bekijk de afbeelding.
Het belangrijkste kenmerk van de piramidevorm is het......... geboortecijfer. Deze vorm zie je vooral in..........landen. Het bevolkingsdiagram van China .......... de eenkindpolitiek werd ingevoerd. De piramidevorm hoort bij..........van het demografische transitiemodel.
hoge
arme
had ook een piramidevorm voordat
fase 1 en 2
Slide 42 - Question de remorquage
Vul de juiste antwoorden in.
Uit de vorm van een bevolkingsdiagram kun je de kenmerken van de leeftijdsopbouw aflezen. Bekijk de afbeelding.
Bij de urnvorm..........het geboortecijfer. Er is vaak een.......... Het bevolkingsdiagram van China..........de invoering van de eenkindpolitiek ook een urnvorm. De urnvorm hoort bij..........van het demografische transitiemodel.
heeft door
fase 4 en 5
sterfteoverschot
daalt
Slide 43 - Question de remorquage
Welke bewering is juist? Er zijn arbeidsintensieve producten en kennisintensieve producten.
A
Op de foto zie je een voorbeeld van kennisintensieve productie
B
Met arbeidsintensieve producten valt meer geld te verdienen dan met kennisintensieve producten
C
Het verschuiven van kennisintensieve productie gebeurt vooral naar landen met de laagste lonen.
D
Op de foto zie je een voorbeeld van arbeidsintensieve productie
Slide 44 - Quiz
In China neemt de urbanisatiegraad snel toe. Zal de urbanisatiegraad in Nederland ook snel toenemen?
A
Nee, in Nederland verhuizen mensen juist uit de steden richting dorpen op het platteland. De urbanisatiegraad neemt dus af.
B
Nee, in Nederland woont bijna iedereen al in de stad. De urbanisatiegraad is dus al zo hoog dat die nauwelijks kan toenemen.
C
Ja, in Nederland zijn, net als in China, de meeste banen en de banen met de hoogste lonen te vinden in de steden. Ook in Nederland neemt de urbanisatiegraad dus snel toe.
D
Ja, in Nederland is ook sprake van mechanisatie in de landbouw. Door het gebrek aan werk op het platteland wordt de urbanisatiegraad in Nederland dus ook steeds hoger.
Slide 45 - Quiz
Wat is geen gevolg van de stedelijke vernieuwing in China? Bekijk de foto.
A
hogere woningdichtheid
B
meer flats
C
meer sociale controle
D
meer huizen met centrale verwarming en sanitaire voorzieningen
Slide 46 - Quiz
Vul de juiste antwoorden in.
Het percentage stedelingen vertelt vaak veel over de ontwikkeling van een land. In de..........ontwikkelde landen woont gemiddeld meer dan 80% van de mensen in de stad. In de..........ontwikkelde gebieden is dat ongeveer 40% en in de..........ontwikkelde landen ongeveer 25%. China hoort op dit moment dus nog bij de..........ontwikkelde landen. Het percentage stedelingen in een land noem je..........In arme landen is dit percentage.........., maar de steden groeien er veel sneller dan in de rijke landen. Dat komt door veel..........De snelheid waarmee..........toeneemt, noem je..........
de urbanisatiegraad
ruraal-urbane migratie
de urbanisatiegraad
minder
het urbanisatie tempo
meest
minst
minder
laag
Slide 47 - Question de remorquage
Sleep de woorden naar de juiste plek in de legenda. Je ziet in het lijndiagram dat de welvaartskloof in China steeds groter wordt. Een van de belangrijkste oorzaken is het verschil in lonen in de steden en op het platteland.