Les 18/ 19 - M1B Poëzie en fictie /Onderdeel B Feest

                          Poëzie en fictie
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

                          Poëzie en fictie

Slide 1 - Diapositive

timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Planning
Lezen in Leesboek (15min)
Herhaling H1 + H2 Lezen
Uitleg Poezie en Fictie: strofe en rijm (5min)
Aan de slag! (20min)
Huiswerk
Kahoot (als we tijd over hebben!)

Slide 3 - Diapositive

Wat was het huiswerk? (M1B)
Afmaken: opdracht 4 (blz.41)


Nakijken: opdracht 2 + 4

Slide 4 - Diapositive

Drie-minuten-spreekbeurt



  • wat de titel van je boek is + de schrijver
  • wie de hoofdpersonen van je boek zijn
  • of het verhaal realistisch of niet-realistisch is en waarom
  • tot welk genre je boek behoort
  • Nadat je dat verteld hebt aan de klas, lees je ook een klein (leuk, spannend, grappig) stukje voor uit jouw boek!

Volgende week donderdag: Yessica, Noah en Lianna


Slide 5 - Diapositive

Nog even de leerstof van Lezen H1 + H2 herhalen!
De brug op blz. 212 en 213
Lezen: de theorie over het onderwerp van een tekst (blz.212) en de theorie over alinea's (blz.213)
Maken: opdracht 1, 2 en 3

Hoe? Alleen. Bij een vraag mag je (rustig!)overleggen met de persoon naast je. Komen jullie er niet uit? Ik loop rond voor vragen.
Klaar?   LEESBOEK LEZEN !
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

NA DEZE LES
- weet je wat een strofe is
- weet je wat een rijm is
- weet je wat een eindrijm is
- kan je zelf een gedicht schrijven

Slide 7 - Diapositive

Wat is een gedicht? Waaraan herken je een gedicht eigenlijk?

Slide 8 - Question ouverte

Gedichten

Gedichten herken je aan hun vorm. De regels zijn kort, en in sommige gedichten staan ze in groepjes bij elkaar.

In een gedicht wordt veel gezegd met weinig woorden. Daarom moet je een gedicht meestal een paar keer lezen voordat je het goed begrijpt. 

Slide 9 - Diapositive

Wanneer schrijven mensen een gedicht?

Slide 10 - Question ouverte

Songtekst
Een songtekst is eigenlijk ook een gedicht, maar dan op muziek.


Een ander woord voor gedichten is POËZIE.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Strofe 
Strofe: 
 De regels in een gedicht die bij elkaar horen. Tussen de strofen is een regel overgeslagen.


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Gedicht -Bekentenis

Bekijk het gedicht nog eens goed.
Wat valt je op aan dit gedicht?
Voor wie zou dit gedicht geschreven zijn?
Wat wil de dichter vertellen?
Vind je dit een mooi gedicht?
Waarom?

Slide 16 - Diapositive

Rijm
Rijm:
Als de laatste stukjes van twee woorden hetzelfde klinken, rijmen ze.
Bijvoorbeeld: feest – geweest, toeter – computer.

Slide 17 - Diapositive

Bedenk nu zelf twee zinnen waarbij de laatste twee woorden van iedere zin op elkaar rijmen!

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag!
Poezie en fictie op blz. 176
Klassikaal 

Opdracht 2

Slide 19 - Diapositive

              Aan de slag!!
Poezie en fictie op blz. 176
Maken: opdracht 3 + 4

Hoe? Alleen. Bij een vraag mag je (rustig!)overleggen met de persoon naast je. Komen jullie er niet uit? Ik loop rond voor vragen.
  Klaar?  Maak alvast opdracht 5 + 6! (= huiswerk)  m
timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 3
1 5 mei (Bevrijdingsdag)
2 omdat hij jarig is
3 vanwege Bevrijdingsdag
4 uit – beschuit, vrij – mij, versierd – viert
5 omdat muisjes met beschuit rijmt op uit

Slide 21 - Diapositive

Opdracht 4
1 speculazen, chocoladeletters, pepernoten, marsepein
2 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
poen, zoen, groen, kalkoen, pompoen, seizoen, kampioen, pensioen
3 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
En is er nog een trein / chocoladefontein / mandarijn?
Daar zou ik ook blij mee zijn.
4 eigen antwoord

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk
Poezie en fictie op blz. 178
Maken: opdracht  5 en 6

Slide 23 - Diapositive