Grammaire B Ch. 1 V4

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Grammaire B

Répétition

Hoe maak je een imparfait?

Combineer de juiste imparfait uitgang bij het persoonlijk voornaamwoord.

Imparfait

-ais

-ais

- ait

- ions

- iez

-aient

Je

Tu

Elle

Nous

Vous

Ils / elles

Hoe maak je een futur simple?

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de uitgang van de futur simple met het onderwerp.

Futur simple: uitgangen

-ai

-as

-a

-ons

-ez

-ont

Hoe maak je een conditionnel?

Vertaal :
ik zou zijn

1. j'étais
2. j'avais
3. je serais
4. j'aurais

Vertaal :
wij leefden

1. on vivions
2. nous vivait
3. nous vivions
4. on vivait

tu vas faire
Welke tijd is dit?

1. futur proche
2. futur simple

vertaal :
zij hebben gehad

1. il avaient eu
2. ils avait eu
3. ils ont eu
4. ils avaient eu

Vertaal :
u maakt

welke tijd is :
je faisais

1. futur simple
2. imparfait
3. présent
4. passé composé

vervoeg :
passé composé : être - elles

faire in de présent alle vervoegingen

vertaal :
zij heeft geleefd

Ik snap de grammatica van grammaire B en ik weet hoe ik de werkwoorden moet vervoegen in de verschillende tijden.

😒🙁😐🙂😃