Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Hoe konden de mensen vroeger de weg vinden?
Slide 1 - Question ouverte
Hoe vind je de weg?
Oriënteren met de zon
Als de zon schijnt dan kunnen we ons oriënteren met de zon.
's Morgens zie ik de zon in het oosten.
s' Middags zie ik de zon in het zuiden.
Wanneer de avond valt, zie ik de zon in het westen.
Ik zie de zon NOOIT in het noorden.
Slide 2 - Diapositive
's Middags zie ik de zon in het .....
A
noorden
B
westen
C
zuiden
D
oosten
Slide 3 - Quiz
's Morgens zie ik de zon in het ....
A
westen
B
oosten
C
zuiden
D
noorden
Slide 4 - Quiz
Ik zie de zon ....... in het noorden.
A
altijd
B
3 keer per jaar
C
soms
D
nooit
Slide 5 - Quiz
Hoe kan je de weg NU vinden?
Slide 6 - Question ouverte
Een kompas
Slide 7 - Carte mentale
Filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=NM9pmuwowAc
Slide 8 - Diapositive
De hoofdwindstreken
NOORDEN - OOSTEN - ZUIDEN - WESTEN
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Is het noorden een hoofdwindstreek of tussenwindstreek?
A
tussenwindstreek
B
hoofdwindstreek
C
allebei
D
ik weet het niet
Slide 11 - Quiz
Het zuidoosten is een hoofdwindstreek. Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar
C
misschien een beetje waar
D
ik weet het niet
Slide 12 - Quiz
Opdracht: De windroos
Slide 13 - Diapositive
Het wordt donker
's Nachts kan je je niet oriënteren met de zon. Maar het kompas helpt je altijd je weg te vinden. De zwarte magneetnaald wijst steeds het noorden aan.
Hoe vind je dan de andere windstreken?
Als we naar het noorden (N) kijken, ligt:
rechts van ons het oosten.
achter ons het zuiden.
en links van ons het westen.
Slide 14 - Diapositive
Goed om te weten!
Op een kaart of een plattegrond ligt het noorden meestal bovenaan. Soms vind je op een kaart toch nog een pijl met de letter N erbij. Die pijl betekent natuurlijk het noorden. Als je de pijl zo legt dat hij werkelijk naar het noorden wijst, dan ligt je kaart volgens de windstreken. En dan kan je de weg vinden!