Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn articles in het Nederlands?
Slide 2 - Question ouverte
INSTRUCTION
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange
Slide 5 - Question de remorquage
Slide 6 - Diapositive
The (weglaten)GS 29(page 169)
als je het hebt over leden van een groep : Australians are laid-back / The Australians are tough to beat at rugby (wel als het gaat over de groep als geheel)
niet na both, all en most
voor titels of wanneer iemand de enige is met een bepaalde functie. Prince Harry - Prime Minister
voor continenten-landen-plaatsnamen-straten-meren (Cambridge university)
Slide 7 - Diapositive
Gebruik je the in de volgende zin: My grandmother likes ___ flowers very much.
A
wel
B
niet
Slide 8 - Quiz
Gebruik je the in de volgende zin: My grandmother likes ___ flowers I gave her yesterday very much.
A
wel
B
niet
Slide 9 - Quiz
Gebruik je the in de volgende zin: Alex always goes to school by ___ bus
A
wel
B
niet
Slide 10 - Quiz
Gebruik je the in de volgende zin: That is on ____ Godfried Road.
A
wel
B
niet
Slide 11 - Quiz
Gebruik je the in de volgende zin: ___ summer of 2009 was very hot.
A
wel
B
niet
Slide 12 - Quiz
Like and As (net als)
Like voor zelfstandige naamwoorden en persoonlijke voornaamwoorden
As voor bijzinnen en in combinatie met voorzetsels