3.5 Het immuunsysteem

BS5 het immuunsysteem
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BS5 het immuunsysteem

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht
1. Neem onderstaande leerdoelen over in je zuidschrift.

2. Schrijf kort op: uit welke 3 delen bestaat een nier?
Leerdoelen, je kunt:
- uitleggen hoe antistoffen je beschermen tegen infecties.
- uitleggen hoe je immuun kunt worden.
- uitleggen wat er gebeurt bij een allergie.
timer
8:00

Slide 2 - Diapositive

plan 
1. Terugblik nieren
2. uitleg immuunsysteem
3. opdrachten maken
4. huiswerk
Leerdoelen, je kunt:
- uitleggen hoe antistoffen je beschermen tegen infecties.
- uitleggen hoe je immuun kunt worden.
- uitleggen wat er gebeurt bij een allergie.

Slide 3 - Diapositive

Vorige les ging over nieren
Wat doen de nieren?
Uit welke 3 delen bestaat de nieren?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

urineweg
Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten het lichaam zijn gekomen.
Door welke delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gekomen?       

Zet op volgorde: urinebuis, nierbekken, urineleider, urineblaas.
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive



Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten het lichaam zijn gekomen.
Door welke delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gekomen?
A
nierbekken > urineblaas >urinebuis > urineleider
B
urinebuis > urineblaas > urineleider > nierbekken.
C
urinebuis > urineleider >urineblaas > nierbekken.
D
urineleider > urinebuis > urineblaas > nierbekken.

Slide 7 - Quiz

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Vidéo

Lichaamsvreemd
  • Lichaamsvreemde stoffen horen niet thuis in je lichaam.
  • Je lichaam kan op 3 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden (buitenhouden!).
  • Met de huid
  • Met de slijmvliezen in de luchtwegen.
  • Met zoutzuur in maagsap.

Hoe zouden bacterien wel je lichaam in kunnen komen? 

Slide 10 - Diapositive

Infectie en afweer
Een ziekteverwekker is toch je lichaam in gekomen... 

Gelukkig heb je een afweersysteem (immuunsysteem)! 
Deze bestrijdt ziekteverwekkers.

Slide 11 - Diapositive

Witte bloedcellen
Witte bloedcellen zijn jouw eigen soldaten.
1. Insluiten                                                         2. Antistoffen maken

               

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn antigenen?
Het immuunsysteem herkent virussen en andere ziekteverwekkers aan antigenen.
Een antigeen is een eiwit op de buitenkant van een cel of van een virus.


Slide 13 - Diapositive

ziekteverwekker insluiten

Slide 14 - Diapositive

antistoffen maken ziekteverwekker onschadelijk

Slide 15 - Diapositive

Immuniteit
Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker. Je witte bloedcellen kunnen onthouden welke antistoffen ze moeten maken.

 Je wordt zo immuun (= niet ziek worden, omdat witte bloedcellen meteen een antistof kunnen maken).

Slide 16 - Diapositive

Immuniteit
Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker. Je witte bloedcellen kunnen onthouden welke antistoffen ze moeten maken. 

 Je wordt zo immuun (= niet ziek worden, omdat witte bloedcellen meteen een antistof kunnen maken).

Slide 17 - Diapositive

Immuniteit

Natuurlijke immuniteit: ontstaat doordat je de ziekte zelf een keer doormaakt (bijv. waterpokken)

Kunstmatige immuniteit: ontstaat door vaccinatie.

Slide 18 - Diapositive

Vaccin

Een middel dat delen van een virus of bacterie (bijv. alleen de antigenen) of een verzwakte versie bevat. 

Je wordt niet ziek, maar je witte bloedcellen raken getraind in het snel herkennen en opruimen van de echte ziekteverwekker!

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?

Sommige virussen veranderen bijna nooit, sommige virussen veranderen helaas heel snel. 

Slide 21 - Diapositive

Allergie
Een allergie is een foutje in je immuunsysteem. Je immuunsysteem reageert dan heftig op bepaalde stoffen die eigenlijk niet gevaarlijk zijn (allergische reactie).

                                                                                                                       Anafylactische shock

Slide 22 - Diapositive

Wat
Maak opdrachten 1, 2 en 4
blz 218-221
Hoe
Hulp
.


Klaar?
huiswerk voor morgen af! :)
1) boek: tekst en afbeeldingen van blz. 214-217 

Gebruik boek en aantekeningen.

- uitleggen hoe antistoffen je beschermen tegen infecties.
- uitleggen hoe je immuun kunt worden.
- uitleggen wat er gebeurt bij een allergie.
timer
10:00

Slide 23 - Diapositive

Wat
Maak opdrachten t/m 9 
blz 218-221
Hoe
Hulp
.


Klaar?
1. Nakijken en verbeteren (classroom)
2. Test jezelf 3.4 + flitskaarten in Bvj online.
1) boek: tekst en afbeeldingen van blz. 214-217 
2) buur  
3 ) docent
Je mag fluisterend samenwerken met je buur. 
Gesprekken gaan alleen over de opdrachten.
- uitleggen hoe antistoffen je beschermen tegen infecties.
- uitleggen hoe je immuun kunt worden.
- uitleggen wat er gebeurt bij een allergie.
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Wat
Maak opdrachten t/m 9 
blz 218-221
Hoe
Hulp
.


Klaar?
1. Nakijken en verbeteren (classroom)
2. Test jezelf 3.4 + flitskaarten in Bvj online.
1) boek: tekst en afbeeldingen van blz. 214-217 
2) buur  
3 ) docent
Je mag fluisterend samenwerken met je buur. 
Gesprekken gaan alleen over de opdrachten.
- uitleggen hoe antistoffen je beschermen tegen infecties.
- uitleggen hoe je immuun kunt worden.
- uitleggen wat er gebeurt bij een allergie.
timer
10:00

Slide 25 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 26 - Carte mentale

Test prep
  1. Maak huiswerkopdrachten af
  2. Nakijken & verbeteren (gebruik classroom)
  3. Test Jezelf (3.4 + 3.5)
  4. Diagnostische toets: opdr 7-10
  5. Biologiepagina.nl (link in classroom)
  6. Mindmap? Flashcards? Uitlegvideo (met oortjes)? ...?








Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive