Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Thema:
Cultuur
Slide 1 - Diapositive
Wat is cultuur?
Mensen leven in groepen. Iedere groep heeft een eigen cultuur. Cultuur is een verzameling van normen, waarden en gewoonten. Wanneer mensen voor lange tijd met elkaar samenleven, ontwikkelen zij hun eigen cultuur. Zo heeft ook elk land heeft zijn eigen cultuur.
Slide 2 - Diapositive
Cultuur
Cultuur is al die dingen die mensen denken, doen en hebben, bijvoorbeeld gewoonten en gebruiken, taal, godsdienst, normen en waarden, muziek en voorwerpen, eetgewoonten, kleding en gebouwen.
Slide 3 - Diapositive
Verschillen in culturen
Als je een verre reis maakt, zie je andere kleding, voorwerpen, voeding, gebruiken en gewoonten. Maar ook dichter bij huis zijn er al dingen anders dan je gewend bent. Denk aan het Engelse schooluniform of de Spaanse gewoonte om een lange middagpauze (de siësta) te houden.
Slide 4 - Diapositive
Cultuur is altijd aangeleerd
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Wat zijn de belangrijkste cultuurelementen?
A
taal, topografie en geloof.
B
taal, geloof en gewoonten.
C
taal, biologie en gewoonten
D
taal, geloof en natuur.
Slide 6 - Quiz
Leg uit wat cultuurverspreiding is
Slide 7 - Question ouverte
Je vind in Nederland cultuurelementen uit veel culturen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Zoek op internet een plaatje van een cultuurelement die te maken heeft met verstand.
Slide 13 - Question ouverte
Zoek op internet een plaatje van een cultuurelement die te maken heeft met zichtbare dingen .
Slide 14 - Question ouverte
Stelling: Je moet de cultuur van het land waar je woont geheel overnemen als je als immigrant in het land komt.
Stelling: Je moet de cultuur van het land waar je woont geheel overnemen als je als immigrant in het land komt.
Eens
Oneens
Slide 15 - Sondage
0
Slide 16 - Vidéo
Wat is een socialisator?
Wat is een socialisator?
Iemand die een cultuur overdraagt, bijvoorbeeld een ouder, leraar, medeleerling of medeburger.
Slide 17 - Diapositive
Noem een manier waarop een leraar een socialisator kan zijn.
Noem een manier waarop een leraar een socialisator kan zijn.
Slide 18 - Question ouverte
Religie
Geloof waarbij (meestal) een hogere macht of een god centraal staat
Slide 19 - Diapositive
Welke religies zijn er in Nederland?
Slide 20 - Carte mentale
Slide 21 - Diapositive
Subcultuur
Binnen een grote groep – zoals Nederland – zijn weer allerlei kleine groepen met hun eigen normen, waarden, kledingstijlen of gewoonten. Dit zijn subculturen.
Een subcultuur kan ontstaan door:
afkomst, bijvoorbeeld de subcultuur van Antillianen in Nederland;
regio, in Limburg vind je andere gebruiken dan in Noord-Holland;
eenzelfde muzieksmaak, denk aan punk of metal. Vaak hoort daar een herkenbare kledingstijl bij;
eenzelfde hobby of interesse, denk aan voetbalsupporters of skaters.