Hoofdstuk 4 - totaal

Hoofdstuk 4 Gedrag
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Gedrag

Slide 1 - Diapositive

Na een aantal pogingen vangt een welp zijn eerste prooi
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Inprenting

Slide 2 - Quiz

Een jonge eend, net uit het ei, volgt meteen zijn moeder
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Inprenting

Slide 3 - Quiz

Jonge leeuwenwelpjes leren iets door het af te kijken bij hun moeder.. hoe heet dit?
A
Inzicht
B
Imiteren
C
Oefenen
D
Inprenting

Slide 4 - Quiz

Als je Franse woordjes leert door het steeds te herhalen. Dan heet dit leren:
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Inprenten

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je het leren door na te denken?
A
Imiteren
B
Oefenen
C
Inzicht
D
Aangeboren gedrag

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van gedrag?
A
Het verteren van je eten in je darmen
B
Je hoort iemand je naam roepen
C
Het kloppen van je hart
D
Je schopt tegen een bal aan

Slide 7 - Quiz

Wel of geen gedrag?

Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Geen gedrag
Wel gedrag
Een appel valt van een boom.
Een baby slaapt.
Een bliksem slaat in de grond.
Een kip legt een ei.
Een plant bloeit.
Kaya bloost wanneer ze Marc ziet

Slide 8 - Question de remorquage

Imiteren leer je door:
A
Gedrag na te doen
B
Gedrag te herhalen
C
Nieuw gedrag te bedenken

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld van leren door inzicht?
A
Nadoen van een ouder
B
Leren fietsen door te oefenen
C
Door gewenning een piep niet meer horen
D
Door na te denken en oplossingen te zoeken

Slide 10 - Quiz

Imiteren is het zelfde als oefenen.
A
Ja, want imiteren is iets oefenen
B
Nee, want imiteren is nadoen en oefenen is iets oefenen

Slide 11 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een uitwendige prikkel?
A
Honger
B
De geur van lekker eten
C
Angst
D
De bel, aan het eind van de les

Slide 12 - Quiz

De eerste bewegingen die een pasgeborene maakt, zijn reflexbewegingen.

Een reflex is:


A
een aangeleerde reactie of beweging
B
een automatische reactie of beweging
C
een doelgerichte reactie of beweging
D
Het aantal tweelingzwangerschappen neemt toe.

Slide 13 - Quiz

wat is aangeboren gedrag ?
A
gedrag dat bepaald word door erfelijke factoren
B
gedrag dat je leert
C
een reactie op een prikkel

Slide 14 - Quiz

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
Een verandering in de omgeving of in het lichaam
C
Opmerken van een verandering in de omgeving
D
Veranderen van gedrag na een prikkel

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van gedrag?
A
Het verteren van je eten in je darmen
B
Je hoort iemand je naam roepen
C
Het kloppen van je hart
D
Je schopt tegen een bal aan

Slide 16 - Quiz

Wel of geen gedrag?

Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Geen gedrag
Wel gedrag
Een appel valt van een boom.
Een baby slaapt.
Een bliksem slaat in de grond.
Een kip legt een ei.
Een plant bloeit.
Kaya bloost wanneer ze Marc ziet

Slide 17 - Question de remorquage

1. Je ziet de bal aankomen
2. Je hoort je naam roepen
3. Je voelt je angstig
4. Je roept je vriend
5. Je schopt tegen de bal
6. Je hebt honger

Wat zijn uitwendige prikkels?
A
1, 2, 3 en 4
B
2, 3, 4 en 6
C
3 en 6
D
1 en 2

Slide 18 - Quiz

1. Je voelt dat je moet poepen
2. Een vogel zingt een lied
3. Een baby drinkt melk
4. Een kat ziet een muis
5. Dorst hebben
6. Verliefd gevoel

Wat zijn inwendige prikkels?
A
1, 5 en 6
B
2, 3 en 4
C
1, 2 en 4
D
2, 5 en 6

Slide 19 - Quiz

1. Je ruikt een vieze geur
2. Een mannetjeshond maakt een geurspoor met zijn plas
3. Een mannetjeszwaan doet een paringsdans
4. Je voelt je misselijk
5. Een tijger ziet zijn prooi
Wat is gedrag?
A
nummers 1 en 4
B
nummers 1, 3 en 4
C
nummers 2 en 3
D
nummers 2, 3 en 5

Slide 20 - Quiz

een klein stukje gedrag noem je een
A
uitwendige prikkel
B
reactie
C
inwendige prikkel
D
handeling

Slide 21 - Quiz

Wanneer je een dier observeert en je maakt een lijst van wat hij doet met uitleg erbij dan noem je dat een...

A
diagram
B
turflijst
C
ethogram
D
tabel

Slide 22 - Quiz

Wat weet je na het bekijken van een turflijst
A
hoe lang elke handeling duurt
B
of het dier zich op zijn gemak voelde
C
welke handeling het dier het vaakst doet
D
in welke volgorde het gedrag altijd gebeurt

Slide 23 - Quiz

Hoe heet dit?
A
Protocol
B
Ethogram
C
Tabel
D
Turflijst

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept?

Slide 25 - Question ouverte

Je moet lachen om een grapje van je buurjongen. Dit is een voorbeeld van een ....
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 26 - Quiz

Je ziet de reclameborden van de pizzeria en krijgt trek. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 27 - Quiz

Je maag gaat rommelen, je hebt trek. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 28 - Quiz

Een baby lacht naar een gezicht.
Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Sleutelprikkel

Slide 29 - Quiz

Welke twee vormen van communiceren hebben mensen en dieren?
A
Vrolijk en boos zijn
B
verbaal en non-verbaal
C
Fluisterend en schreeuwend
D
Lachend en huilend

Slide 30 - Quiz

Door welke signalen willen dieren voor hun jonkies zorgen?
A
Gekke signalen
B
Normale signalen
C
Overdreven signalen
D
Gedreven signalen

Slide 31 - Quiz

Voorbeelden van verbaal gedrag zijn: lichaamshouding, geuren, kleuren, bewegingen en geluiden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Onderdanig
Dominant
Leider van de groep
Sterkste dier
Bovenaan in rangorde
Lager in rangorde
Zwakker dier

Slide 33 - Question de remorquage

Gedrag kun je onderverdelen in kleine stukjes, hoe noem je een 'stukje' gedrag?
A
Een actie
B
Een handeling
C
Een ethogram
D
Baltsgedrag

Slide 34 - Quiz

Nadat je gedrag onderzocht hebt kun je dit in een grafiek weergeven.
Welk diagram gebruik je hier meestal voor?
A
Staafdiagram
B
Lijndiagram
C
Cirkeldiagram
D
Ethogram

Slide 35 - Quiz

Welke van deze gedragingen is leren door oefenen?
A
Een jong eendjeziet zijn moeder voor het eerst
B
Een welp (jonge leeuw) leert door nadoen jagen
C
Door rijlessen auto leren rijden
D
Een zalm gaat ieder jaar terug naar dezelfde broedgrond

Slide 36 - Quiz

Een zuigreflex bij een jong varkentje is een voorbeeld van...?
A
Aangeleerd gedrag
B
Oefenen
C
Inprenting
D
Aangeboren gedrag

Slide 37 - Quiz

Kwispelen bij een hond is een vorm van..... ?
A
Lichaamstaal
B
Gewenning
C
Onderdanig zijn
D
Inprenting

Slide 38 - Quiz

Als je aan een drukke straat woont hoor je op een bepaald moment de auto's niet meer. Dit is een voorbeeld van ...?
A
Leren
B
Gewenning
C
Imiteren
D
Lichaamstaal

Slide 39 - Quiz

Wat is een 'signaal' in de biologie?
A
Een handeling
B
Een boodschap voor soortgenoten

Slide 40 - Quiz

Wat is dreiggedrag?
A
Laten zien wie de sterkste is zonder te vechten
B
Partner zoeken
C
D
Overgeven, de ander is sterker

Slide 41 - Quiz

Wat is een voorbeeld van leren door inzicht?
A
Nadoen van een ouder
B
Leren fietsen door te oefenen
C
Door gewenning een piep niet meer horen
D
Door na te denken en oplossingen te zoeken

Slide 42 - Quiz

Wat is de leider van de groep
A
Dominant
B
Onderdanig
C
Rangorde
D
De grootste

Slide 43 - Quiz

Wat is biologisch gezien de beste beschrijving van gedrag
A
Het konijn kijkt schattig en eet een wortel
B
C
Het konijn kijkt en eet
D
Het lieve konijntje eet lekker

Slide 44 - Quiz

Laatste vraag: Door welke signalen willen dieren voor hun jonkies zorgen?
A
Gekke signalen
B
Normale signalen
C
Overdreven signalen
D
Gedreven signalen

Slide 45 - Quiz

Kijk naar de afbeelding. Welke emotie zie je hier?
A
Angst
B
Verbazing
C
Verdriet
D
Woede

Slide 46 - Quiz

Aan welke drie dingen in een gezicht kan je zien hoe iemand zich voelt?

Slide 47 - Question ouverte

Is dit een voorbeeld van een emotie, een signaal of een overdreven signaal:

Woede
A
Emotie
B
Signaal
C
Overdreven signaal

Slide 48 - Quiz

Is dit een voorbeeld van een emotie, een signaal of een overdreven signaal:

Ontblote tanden
A
Emotie
B
Signaal
C
Overdreven signaal

Slide 49 - Quiz

Is dit een voorbeeld van een emotie, een signaal of een overdreven signaal:

Staart tussen de poten
A
Emotie
B
Signaal
C
Overdreven signaal

Slide 50 - Quiz