oefentoets interbellum vwo

Interbellum
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Interbellum

Slide 1 - Diapositive

Wanneer begint de Republiek van Weimar?
A
november 1918
B
juni 1919
C
oktober 1917
D
januari 1919

Slide 2 - Quiz

Welk partij wordt verantwoordelijk gehouden voor het "diktaat van Versailles"
A
socialisten
B
communisten
C
liberalen
D
katholieken

Slide 3 - Quiz

Wat was het Verdrag van Versailles?
A
Een verdrag dat gesloten werd in 1919
B
Een nieuwe grondwet in Frankrijk
C
Een wapenstilstand tussen Duitsland en Engeland
D
Een verdrag dat werd gesloten na de Tweede Wereldoorlog

Slide 4 - Quiz

Hoe heette Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
A
Duitse Keizerrijk
B
Republiek van Berlijn
C
Koninkrijk Duitsland
D
Republiek van Weimar

Slide 5 - Quiz

Wat was de bierkellerputsch
A
communistische revolutie
B
staatsgreep van Mussolini
C
staatsgreep van de nazi's
D
schoonmaken van de bierkelder

Slide 6 - Quiz

Bij welk begrip past deze foto goed?
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende

Slide 7 - Quiz

Wat was het doel van het Dawes plan
A
Eerste Wereldoorlog beëindigen
B
Duitsland en Frankrijk geld lenen.
C
Beurscrisis beëindigen
D
Duitse economie en Amerikaanse handel bevorderen

Slide 8 - Quiz

Wanneer was de beurskrach
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919

Slide 9 - Quiz

Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
D
Amerikanen kochten massaal aandelen

Slide 10 - Quiz

De knokploeg en de beveiliging van de NSDAP worden ... genoemd.
A
Gestapo
B
SA
C
SS
D
Hitlerjugend

Slide 11 - Quiz

De lijfwacht van Hitler/leger wordt ... genoemd.
A
NSB
B
SA
C
SS
D
VS

Slide 12 - Quiz

Wanneer werd Hitler kanselier
A
1933
B
1929
C
1922
D
1932

Slide 13 - Quiz

Uit welke groep komt de dolkstootlegende?
A
leger
B
communisten
C
katholieken
D
conservatieven

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurde er niet in het jaar 1923
A
spartakusopstand
B
Dawesplan
C
mislukte staatsgreep Hitler
D
hyperinflatie

Slide 15 - Quiz

Wat houdt het Dawesplan in?
A
Duitsland krijgt lening van VS voor o.a. herstelbetalingen
B
Duitsland begint weer met het betalen van herstelbetalingen
C
Frankrijk en Engeland verlagen de herstelbetalingen
D
Frankrijk en Engeland geven Duitsland uitstel van de herstelbetalingen

Slide 16 - Quiz

Wat klopt niet? Waarom groeit in het jaar 1929 de NSDAP?
A
economische crisis
B
goed gebruik van moderne media door NSDAP
C
Mein Kampf was een populair boek
D
Massabijeenkomsten van NSDAP

Slide 17 - Quiz

Wat betekent het woord NSDAP
A
nationaal socialistische Duitse arbeiderspartij
B
nationaal socialistische democratische partij
C
nationaal socialistische Duitse Algemene partij
D
nationaal socialistische Duitse arische partij

Slide 18 - Quiz

4 manieren hoe Hitler aan de macht kwam. Welke is niet legaal?
A
door verkiezingen
B
door de machtigingswet
C
doordat conservatieven met hem willen samenwerken
D
doordat communistische parlementsleden gevangen zitten

Slide 19 - Quiz

Op welke 2 manieren zorgt de NSDAP voor gelijkschakeling?
A
alle Duitse staatsburgers moeten lid worden van nationaal-socialistische verenigingen, en onderwijs en media.
B
Neurenbergerwetten en het ministerie van Volksvoorlichting en propaganda
C
iedereen moet lid worden van nationaal-socialistische verenigingen en onderwijs en media
D
Door het inzetten van SA en SS

Slide 20 - Quiz

Deutsche Arbeitsfront =
A
vakbond voor werkgevers-werknemers
B
organisatie voor vrije- tijds besteding volwassenen
C
organisatie die de sociale dienstplicht regelt
D
organisatie voor jeugd

Slide 21 - Quiz

Bund Deutscher Madel =
A
vakbond voor werkgevers-werknemers
B
organisatie voor vrije- tijds besteding volwassenen
C
organisatie die de sociale dienstplicht regelt
D
organisatie voor jeugd

Slide 22 - Quiz