Capitulo 6 (miércoles 6 de enero)

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Buenos Días!

Repaso Ser- Estar- Hay.

Vocabulario H6.

Lectura Bron H.

Wanneer gebruik je "Ser", "Estar", en "Hay"

Kies het juiste werkwoord:
"La escuela de surf .... en el sur de Cádiz"

1. estamos
2. hay
3. ser
4. está

Kies het juiste werkwoord:
"María ...... la hermana de Juan"

1. son
2. está
3. es
4. están

Kies het juiste werkwoord:
"En mi instituto.....una cantina grande"

1. hay
2. está
3. ser
4. son

Kies het juiste werkwoord:
"esta noche....un karaoke en el camping"

1. está
2. es
3. estamos
4. hay

Corrigeer onderstaande zinnen. Ze hebben een verkeerd werkwoord.
1) ¿Es una farmacia en el pueblo?
2) Juan y Bart están compañeros de clase.
3) El bosque hay grande.
4) La playa están lejos.

la primavera

el bosque

meenemen 

el invierno

el alojamiento

tomar el sol

de lente

het bos

llevar

de winter

het verblijf

zonnebaden 

Hoe zeg je in het Spaans?
1)We hebben Barcelona bezocht.
2) Ik hou van tennissen.
3) De zon schijnt.

Wat betekent "Tormentos de corazón"?

Wat voor soort tekst is het?
Wie schrijft de tekst? aan wie?

Schrijf in twee, drie zinnen wat gaat deze tekst over.

Wat betekent: ¿Que has hecho hoy?

1. Wat doe je vandaag?
2. Wat heb je vandaag gedaan?
3. Wat gaan we vandaag doen?
4. Wat hebben ze vandaag gedaan?

Wat betekent: "Mañana vamos a surfear juntos"

1. Morgen ga ik surfen
2. Morgen gaan jullie samen surfen.
3. Morgen gaan we samen surfen.
4. Morgen gaan ze samen surfen.

Deberes lunes 11 de enero

• Leren/ herhalen Bron D : V.T.T. Presente Perfecto.
• Zinnen van Frases clave Bron E en J.