Werkwoordspelling vmbo4

Welkom!
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Mededeling
Werkwoordspelling: uitleg en opdrachten
Woordenschat: onnodige herhalingen + woordcombinaties

Slide 2 - Diapositive

Mededeling: boeken betalen
Maandag tot 13.30 uur in C1.22
Dinsdag en woensdag tot 15.00 uur in C1.22


Account Kern Nederlands

Slide 3 - Diapositive

Werkwoordspelling
Doel: Verschillende tijden van de persoonsvorm schrijven & voltooid deelwoord leren schrijven

Maak aantekeningen!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden
Er zijn ook onregelmatige werkwoorden, zoals:
hebben, mogen, zullen, willen, zijn, kunnen.

Dan gelden er andere regels!
ik                                u
jij                               wij
hij/zij

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je hetzelfde als Nederlandse werkwoorden.
Soms ziet dit er dus niet uit!!!!

Slide 12 - Diapositive

Op het Vavo....je voorbereid op de examens.
A
wordt
B
word

Slide 13 - Quiz

U....dat toch ook?
(vinden)
A
vind
B
vindt

Slide 14 - Quiz

Het....altijd wanneer ik niet kijk.
(gebeuren)
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 15 - Quiz

Hij ..... bijna elk jaar.
(verhuizen)
A
verhuisd
B
verhuist

Slide 16 - Quiz

Hij.... graag slagen voor zijn vmbo-tl.
(willen)
A
wilt
B
wil

Slide 17 - Quiz

Hij......voor een jaar naar Australië
(vertrekken)
A
vertrok
B
vertrekte

Slide 18 - Quiz

Wij.....vorig jaar naar Alkmaar.
(verhuizen)
A
verhuisden
B
verhuizden
C
verhuisde

Slide 19 - Quiz

......jij het antwoord?
(raden)
A
rade
B
raade
C
raadde

Slide 20 - Quiz

Zij....de voordeur groen.
(verven)
A
verfte
B
verfde

Slide 21 - Quiz

Hoe is dit ongeluk.....?
(gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 22 - Quiz

Hij heeft het verhaal....
(verzinnen)
A
verzonne
B
verzonnen

Slide 23 - Quiz

Ik heb mijn knie....
(verdraaien)
A
verdraaid
B
verdraait

Slide 24 - Quiz

...je jouw laptop elke maand?
(updaten)
A
updatet
B
update

Slide 25 - Quiz

Jij....toch ook pdf-bestanden?
(downloaden)
A
downloadt
B
download

Slide 26 - Quiz

Aan de slag
1) Kern Nederlands, maken: opdr. 1 t/m 7 (blz. 48 e.v.)
Zie ook de uitleg op blz. 48!
Gedaan? Nakijken en kiezen uit:
-  Oefenen met Engelse werkwoorden (op bureau, zelf nakijken)
- Oefenen met tt-vt-vvt (op bureau, zelf nakijken)
- Verder met Taak 1-2-etc. (al in bezit, zelf nakijken)
Na 30 minuten gaan we nakijken.
timer
30:00

Slide 27 - Diapositive

Extra verdieping
Overzicht meest voorkomende sterke werkwoorden.

TIP: Maak een account aan op www.beterspellen.nl en maak elke dag een quizvraag om je spelling te oefenen.

Slide 28 - Diapositive

Antwoorden
Opdracht 1 - 7

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Opdracht 7
a. ontwerpt/ontwierp
b. gebracht
c. verzonnen
d. wordt ..... vervolgd
e. gewonnen

Slide 32 - Diapositive

Hoe is het gesteld met jouw werkwoordspelling?

Duim omhoog

Duim naar links

Duim omlaag

Slide 33 - Diapositive

Literatuurlijst
3 boeken kiezen

Literatuurlijst havo: je mag daar ook van kiezen! (Teams)

Donderdag 21 september: leesboek mee of leesboek van school kiezen

Slide 34 - Diapositive

Woordenschat
Doel: woordenschat vergroten

Onderwerpen: pleonasme - tautologie
vaste verbintenissen

Slide 35 - Diapositive