GL 3H CH1 gram H + ww -er

Les verbes réguliers
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les verbes réguliers

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan de regelmatige werkwoorden op -er + -re vervoegen in de présent en passé composé.

Slide 2 - Diapositive

Les verbes réguliers
ER
IR
RE

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Ik speel (jouer) = ?

Slide 5 - Question ouverte

Jullie kopen (acheter) = ?

Slide 6 - Question ouverte

Zij (m mv) vragen (demander) = ?

Slide 7 - Question ouverte

Wij hebben gekookt (cuisiner) = ?

Slide 8 - Question ouverte

Jij hebt geluisterd (écouter) = ?

Slide 9 - Question ouverte

Hij eet (manger) = ?

Slide 10 - Question ouverte

Ik kan de regelmatige werkwoorden op -er vervoegen in de présent + passé composé.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Les verbes réguliers
ER
IR
RE

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wij verkopen = nous ...
A
vendrons
B
vend
C
vendez
D
vendons

Slide 14 - Quiz

Jij verliest = tu ...
A
perd
B
perds
C
perdes
D
perdez

Slide 15 - Quiz

Zij hebben gewacht = ...
(wachten = attendre)
A
Ils ont attendré
B
Ils ont attendé
C
Ils ont attendru
D
Ils ont attendu

Slide 16 - Quiz

Jullie horen (entendre) = ?

Slide 17 - Question ouverte

Ik verlies (perdre) = ?

Slide 18 - Question ouverte

Zij heeft verkocht (vendre) = ?

Slide 19 - Question ouverte

Zij (v mv) hebben gewacht (attendre) = ?

Slide 20 - Question ouverte

Ik kan regelmatige werkwoorden op -re vervoegen in de présent + passé composé
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage