Startles Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

In deze les:

• Even voorstellen...
• Wat gaan we bij Nederlands doen?
  
• Voorlezen: Duizend kilometer
• Inloggen in de methode
• Kennismakingsquiz
• Terugkijken: wat hebben we vandaag gedaan?

Doelen van deze les:

1.  Aan het einde van de les kun je minimaal drie dingen vertellen over de docent;

2. Aan het einde van de les kun je vertellen waar we het de komende periode over gaan hebben bij Nederlands;

3. Aan het einde van de les heb je kennisgemaakt met een boek.

Wat wil je van mij weten?

Vertel in drie zinnen iets over jezelf en zet er je naam bij.

Lees je graag een boek?

1. Ik lees heel graag een boek.
2. Ik lees graag een boek.
3. Ik lees niet zo heel graag een boek.
4. Ik lees helemaal niet graag een boek.

Kies het boek dat het beste bij je past.

1. 
2. 
3. 
4. 

Voorlezen

Duizend kilometer - Elle van den Bogaart

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

1. Onder fictie vallen verhalen die niet verzonnen zijn.
2. Onder non-fictie vallen verhalen die verzonnen zijn.
3. Onder non-fictie vallen verhalen die niet verzonnen zijn.
4. Onder fictie vallen verhalen die verzonnen zijn.

Fictie

• sciencefiction
• thriller / horror
• fantasy
• games
• toneelstukken
• tv-series
• strips
• tekenfilms

Non-fictie

• krantenbericht
• tijdschriftartikel
• studieboek
• documentaire
• journaal / nieuws op tv
• agenda
• biografie
• reisgidsen

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Is dit fragment fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Wat gaan we de komende periode doen?

We gaan het over boeken hebben!

• soorten boeken;
• bibliotheek;
• personages: karakter en types;
• chronologie en flashbacks;
• ruimte in verhalen;
• boekverslag en boekvlog.

Daarna:

Spreekvaardigheid en spelling

Inloggen bij de methode

Een kernzin is een zin in de alinea met de belangrijkste informatie van de alinea.

Vaak is het de eerste zin van de alinea.

De quiz

Wat is een ander woord voor schreeuwen?

1. schetteren
2. kakelen
3. kletsen
4. blaten

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Mourad gooit een bal naar Sepp.

1. Mourad
2. gooit
3. Sepp
4. naar Sepp

Een kernzin staat vaak...

1. aan het begin van een alinea
2. in het midden van een alinea

Veel Nederlanders bleven in de zomervakantie in Nederland.
In welke provincie ligt de stad Emmen?

1. Drenthe
2. Friesland
3. Gelderland
4. Groningen

In welke serie speelt deze acteur?

Welke voetballer vindt meneer Van Loon helemaal geweldig?

1. Donny van de Beek
2. Steven Berghuis
3. Cody Gakpo
4. Mohamed Ihattaren

Een alinea is een titeltje boven een stukje tekst.

1. waar
2. niet waar

Een ander woord voor ritueel is...

1. gebruik
2. glas
3. verhaal
4. doop

Welke Nederlandse plek zie je hier?

Soms begint de eerste regel van een nieuwe alinea met een stukje wit.

1. waar
2. niet waar

Wie is er niet te horen op Mij Niet Eens Gezien van Kris Kross Amsterdam?

1. Maan
2. Lil Kleine
3. Yade Lauren
4. Tabitha

De geschrokken gezichten van Martijn en Kim geven haar een raar gevoel. Wat is 'geschrokken' in deze zin?

1. een voltooid deelwoord
2. een persoonsvorm
3. een bijvoeglijk naamwoord
4. een zelfstandig naamwoord

Wat is geen ander woord voor 'bovendien'?

1. daarbij
2. daaruit
3. trouwens
4. verder

Het slot van een tekst bestaat vaak uit 1 alinea.

1. Dat is zo.
2. Daar klopt helemaal niets van.

Welke track is niet van Rolf Sanchez?

1. Como Tu
2. Pa Olvidarte
3. Más Más Más
4. Bailando

Een mening is meestal te controleren.

1. waar
2. niet waar

Hoe heet de Koopgoot in Rotterdam eigenlijk?

1. Lijnbaanpassage
2. Beurstraverse
3. Cock van der Palmstraat
4. Beurs

Wat is het lijdend voorwerp?
Mijn moeder gaf me vanmorgen een zoen.

1. mijn moeder
2. me
3. gaf
4. een zoen

In deze les

• Even voorstellen...
• Wat gaan we bij Nederlands doen?
  
• Voorlezen: Duizend kilometer
• Inloggen in de methode
• Kennismakingsquiz
• Terugkijken: wat hebben we vandaag gedaan?

Doelen van deze les:

1.  Aan het einde van de les kun je minimaal drie dingen vertellen over de docent;

2. Aan het einde van de les kun je vertellen waar we het de komende periode over gaan hebben bij Nederlands;

3. Aan het einde van de les heb je kennisgemaakt met een boek.