VWO1 H5 les 2

Hoofdstuk 5
les 2
Rekenen
les 1
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5
les 2
Rekenen
les 1

Slide 1 - Diapositive

vandaag
gemaakt opg 3,4,5,6,9,10,11,12
nakijken

Uitleg 5.1B Afronden
mk opg 16,17,18,20,23,25

extra opg 14,15,19,24, uitdaging onderzoek opg 21

Slide 2 - Diapositive

5.1B Afronden
Afronden op 1 decimaal betekent ...

Slide 3 - Diapositive

5.1B Afronden
Afronden op 1 decimaal betekent een getal noteren met 1 cijfer achter de komma.

Slide 4 - Diapositive

5.1B Afronden
Afronden op 1 decimaal betekent een getal noteren met 1 cijfer achter de komma.

Bij afronden kijk je naar het volgende decimaal.

Slide 5 - Diapositive

5.1B Afronden
Afronden op 1 decimaal betekent een getal noteren met 1 cijfer achter de komma.

Bij afronden kijk je naar het volgende decimaal.
Afronden op 1 decimaal -> kijk naar het 2e decimaal.

Slide 6 - Diapositive

5.1B Afronden
Afronden op 1 decimaal betekent een getal noteren met 1 cijfer achter de komma.

Bij afronden kijk je naar het volgende decimaal.
Afronden op 1 decimaal -> kijk naar het 2e decimaal.
Afronden op 5 decimalen -> kijk naar het 6e decimaal.

Slide 7 - Diapositive

5.1B Afronden
Afronden op 1 decimaal betekent een getal noteren met 1 cijfer achter de komma.

Bij afronden kijk je naar het volgende decimaal.
Afronden op 1 decimaal -> kijk naar het 2e decimaal.
Afronden op 5 decimalen -> kijk naar het 6e decimaal.
Afronden op gehelen -> ?

Slide 8 - Diapositive

5.1B Afronden
Afronden op 1 decimaal betekent een getal noteren met 1 cijfer achter de komma.

Bij afronden kijk je naar het volgende decimaal.
Afronden op 1 decimaal -> kijk naar het 2e decimaal.
Afronden op 5 decimalen -> kijk naar het 6e decimaal.
Afronden op gehelen -> kijk naar het 1e decimaal. ETC

Slide 9 - Diapositive

5.1B Afronden
Regels voor afronden:

Slide 10 - Diapositive

5.1B Afronden
Regels voor afronden:
  • Is het betreffende decimaal 5 of meer ->

Slide 11 - Diapositive

5.1B Afronden
Regels voor afronden:
  • Is het betreffende decimaal 5 of meer -> dan rond je naar boven af.
  • Voorbeeld: rond af op 3 decimalen 14,675687 wordt

Slide 12 - Diapositive

5.1B Afronden
Regels voor afronden:
  • Is het betreffende decimaal 5 of meer -> dan rond je naar boven af.
  • Voorbeeld: rond af op 3 decimalen 14,675687 wordt 14,676

Slide 13 - Diapositive

5.1B Afronden
Regels voor afronden:
  • Is het betreffende decimaal 4 of minder -> 

Slide 14 - Diapositive

5.1B Afronden
Regels voor afronden:
  • Is het betreffende decimaal 4 of minder -> dan rond je naar beneden af.
  • Voorbeeld: rond af op 1 decimaal 652,7286958 wordt 

Slide 15 - Diapositive

5.1B Afronden
Regels voor afronden:
  • Is het betreffende decimaal 4 of minder -> dan rond je naar beneden af.
  • Voorbeeld: rond af op 1 decimaal 652,7286958 wordt 652,7

Slide 16 - Diapositive

huiswerk
dinsdag:
mk opg 16,17,18,20,23,25
extra opg 14,15,19,24, uitdaging opg 21

donderdag:
mk opg 27,28,31,32,33,36,37
extra opg 38,39, uitdaging opg 34,40


Slide 17 - Diapositive