Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij les 3 van
CSI
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:
Uitleggen waarom de uiterlijke kenmerken (= morfologie) van een haar een onderzoeker kunnen helpen bij het bepalen wie de verdachte van de moord is.
Slide 2 - Diapositive
Les 3: Haren
Slide 3 - Diapositive
https:
Slide 4 - Lien
Fasen haaronderzoek
a) is het haar van een dier of van een mens?
b) Bij menselijke haren: is het een hoofd-, schaam-, baard-, snor- of andere lichaamshaar?
Fase 1: Vooronderzoek
Open bladzijde 9 in je logboek
Slide 5 - Diapositive
Fasen haaronderzoek
a) Algemene kenmerken: kleur, lengte, pigmentatie, vorm, dikte etc.
b) Bijzondere kenmerken: chemische behandelingen door bijvoorbeeld blonderen of verven.
Fase 2: Details van de haren
Slide 6 - Diapositive
Fasen haaronderzoek
Het vergelijken van de haarkenmerken met de gevonden haren, hierbij wordt gebruik gemaakt van een microscoop met een lage vergroting.
Er kan worden vastgesteld dat de haren ‘waarschijnlijk’ van een bepaald persoon zijn.
Fase 3: Vergelijken
Slide 7 - Diapositive
Fasen haaronderzoek
Met de komst van DNA-technologie worden haarsporen ook onderzocht op celmateriaal. Wanneer er microscopisch een beetje celmateriaal wordt gevonden kan dat eventueel voor DNA-onderzoek worden gebruikt.
Fase 4: DNA-onderzoek
Slide 8 - Diapositive
DNA-onderzoek
Lees nu het artikel op bladzijde 12 over DNA-onderzoek.
Open bladzijde 10 in je logboek
Slide 9 - Diapositive
DNA-onderzoek
Opdracht:
Bespreek in je groepje de voor- en nadelen van DNA-onderzoek.
Schrijf in jullie logboek minimaal één voordeel en één nadeel van DNA-onderzoek op.
Open bladzijde 12 in je logboek
Slide 10 - Diapositive
Haarcellen in haarwortel
Je gaat je eigen haar onder de microscoop bekijken.
Benodigdheden per groepslid:
een eigen haar met haarwortel
een microscoop
voorwerpglas en eventueel dekglas
Plakband
Open bladzijde 13 in je logboek
Slide 11 - Diapositive
Uitvoering per groepslid
Neem een haar met haarwortel.
Omschrijf de algemene en bijzondere uiterlijke kenmerken van de haar.
Maak een preparaat.
Bestudeer het preparaat eerst bij de kleinste vergroting en vervolgens bij de grootste vergroting.
Maak een tekening van je haar met enkele haarcellen.