Première classe de français, le 11 septembre

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour ! - Je m'appelle Mme Homan

Bienvenue dans la première classe de français!

On parle français et

 we letten op een goede uitspraak (parler = spreken)

1 Groeten in het frans

2 Jezelf voorstellen (oefenen met buurman/buurvrouw)

 Bonjour, ça va?

Bonjour! [ spreek uit: Bonzjoer] = Goeiedag of Hallo!

Comment ça va? [spreek uit: Saa va] = hoe gaat het?

Ça va [Saa va] / ça va bien [spreek uit: Saa va bjèn] 

Au revoir [spreek uit: Oóruvwaar]= Tot ziens!

Salut! [ saluu] = dag, hoi

Comment tu t'appelles?

Je m'appelle Sophie

 Bonjour, comment ça va?

Bonjour! [ spreek uit: Bonzjoer] = Goeiedag of Hallo!

Ça va [spreek uit: Saa va] = het gaat (wel)

Ça va bien [spreek uit: Saa va bjèn] = het gaat goed

Ça va super bien! [spreek uit: Saa vaa super bjèn] = het gaat heel goed!

Ça va mal [spreek uit: Saa vaa màl] = het gaat slecht

Ça va comme ci comme ça [ komm si komm saa] = matig 

Ouvrez (open) vos livres (boeken)

Grandes Lignes, page 9, 3 B + C

Doe dit met je buurman/buurvrouw

We checken de oefeningen online

Une conversation

Bonjour, ça va?

Bonjour, ça va / ça va bien / ça va mal / ça va comme ci comme ça

Comment tu t'appelles?

Je m'appelle Nora

Comment s'appelle la (le) prof? 

Salut, à demain! (tot morgen) / à jeudi!

Les jours de la semaine (dagen vd week)

lundi

mardi

mercredi

jeudi

vendredi

samedi

dimanche

Einde les Check: 

Je kunt nu iemand groeten in het frans

Goed uitgesproken?

Je kunt jezelf voorstellen

Morgen verder! Zorg dat je een schrift voor frans

bij je hebt.

Bonjour (2)