Bedrijfskleding

Bedrijfskleding
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
dppMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Bedrijfskleding

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • PowerPoint
  • Theorie bedrijfskleding
  • Samenwerken in tweetallen
  • Printen
  • Quiz

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

PowerPoint
  • Beantwoord de vragen.
  • Beschrijf het antwoord in eigen woorden.
  • Gebruik een leuk ontwerp, afbeeldingen en overgangen. 
  • Print jullie Powerpoint uit. 

Slide 4 - Diapositive

Vragen
Dia 1. Welke redenen zijn  er om bedrijfskleding te dragen tijdens het werk?
Dia 2. Leg het begrip 'representatief’ uit.
Dia 3. Voeg 6 plaatjes van mensen in werkkleding toe. Beschrijf daarbij het beroep.
Dia 4. Waarom dragen mensen bedrijfskleding?
Dia 5. Welke  landen exporteren de meeste kleding? 
Dia 6. Wat betekent 'kleding op een duurzame manier produceren'?
Dia 7. Welke kledingkeurmerken zijn er? Wat beteken ze?
Dia 8. Welke bedrijfskleding zouden jullie willen ontwerpen?
         1. Teken jullie bedrijfskleding in Paint.
         2. Voeg een printscreen van jullie ontwerp toe als dia 8.




 
timer
50:00

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent representatief?
A
geen tatoeages en piercings
B
er netjes gekleed uitzien
C
kleding en uiterlijk passen bij je werk

Slide 6 - Quiz

Waarom moet je werkkleding voor de veiligheid dragen?
A
hygiene, gevaar en eigen kleding blijft schoon
B
hygiëne, ongelukken te voorkomen
C
hygiëne en gevaar uit te sluiten

Slide 7 - Quiz

Bij welke 2 beroepen moet je veiligheidskleding aan?
A
Fabriek, attractiepark
B
fabriek en laboratorium
C
laboratorium en attractiepark
D
garage en attractiepark

Slide 8 - Quiz

In de kledinglabel moet verplicht staan waar de kleding gemaakt is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

In de kledingfabrieken zijn de werkomstandigheden vaak niet goed.
Hoeveel uren werken fabrieksarbeiders ongeveer per week?
A
10 uur
B
35 uur
C
70 uur
D
75 uur

Slide 10 - Quiz

Een groot deel van onze kleding wordt niet in Nederland gemaakt. Waar wordt het grootste deel van onze kleding gemaakt?
A
Bangladesh
B
China
C
Turkije
D
India

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het woord ‘representatief’?
A
er verzorgd uitzien
B
er slordig uitzien
C
dat je erg knap bent
D
dat je veel presentaties houdt

Slide 12 - Quiz

Einde

Slide 13 - Diapositive