Huisdierverzorging

• Verzorging
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Dierverzorging

Dierverzorging

Huisdierverzorging

Doelen:

Wo 1.7.5 Ik kan iets vertellen over de leefgewoonten en levensbehoeften van dieren in mijn omgeving

Ik weet aan het eind van de les de regel van schoonmaken: Van buiten naar binnen schoonmaken en kan hierbij een voorbeeld noemen

Verdiepingsopdracht

Het maken van de PowerPoint uit de les over blessures

Dieren verzorgen

Een huisdier heeft verzorging, aandacht en ruimte nodig.

een Hond bijvoorbeeld:

• water en voedsel
•  beweging en uitlaten
• speel- en leefruimte
  

Heb jij een huisdier/huisdieren?
Zo ja, welke?

Wie is er verantwoordelijk voor
de zorg voor het huisdier?

Wat zijn de voordelen van het hebben van een huisdier?

Wat zijn de nadelen van het hebben van een huisdier?

Een huisdier kost 

tijd en moeite. En geld.

Wil je een huisdier? 

Denk dan eerst goed na of je de 

verzorging op je wilt en kunt nemen.

En of je voldoende geld hebt om ervoor te zorgen.

Een huisdier neem je vaak voor jaren dus denk hier goed over na.

Welk soort huisdier 

past bij jou?

We doen een test.

Schrijf telkens op of je A, B of C koos.

Straks ga je tellen: welke letter heb je het meeste gekozen.

Zijn er gezinsleden thuis?

1. Nee, wij zijn vaak allemaal weg
2. Overdag zijn we vaak weg, maar 's avonds is er vaak wel iemand thuis.
3. Ja, er is altijd wel iemand thuis bij ons

Wat is de grootte van jullie woning?

1. klein
2. gemiddeld
3. ruim en groot

Ben je met huisdieren opgegroeid?

1. Nee, we hebben nooit huisdieren gehad
2. Ja, met één huisdier
3. Ja, met meerdere huisdieren

Met hoeveel kinderen zijn jullie thuis?

1. Alleen ik
2. Twee kinderen
3. Drie of meer

Hechten je ouders veel waarde
aan het interieur thuis?

1. Ja, heel veel, alles moet netjes en opgeruimd zijn
2. Ja, maar het is soms ook wel rommelig en dingen gaan wel eens kapot
3. Nee hoor, er wordt volop geleefd!

Vinden je ouders het vervelend als het huis rommelig is?

1. Ja, Ze willen alles keurig en netjes hebben
2. Een beetje
3. Nee, totaal niet

Tel hoe vaak je A, B of C hebt geantwoord.

Ik koos vooral A

Je hebt weinig tijd en/of ruimte voor een huisdier.
Je kunt ervoor kiezen om toch geen huisdier te nemen, of je moet een huisdier kiezen die weinig tijd en aandacht kost.
Voor een hond of kat is het misschien zielig als je te weinig ruimte hebt.
Een knaagdier of vis is voor jou geschikter.

Ik koos vooral B

Waarschijnlijk wil je een huisdier die veel tijd kost, maar je twijfelt nog of dit lukt.
Denk er daarom goed over na.
Als je echt dol bent op een kat of hond, kun je er ook voor kiezen om extra tijd vrij te maken. Een vogel is ook een goede optie voor jou. Vogels kosten iets minder tijd, maar kunnen ook erg gezellig zijn in huis.

Ik koos vooral C

Je hebt alle ruimte en alle tijd voor een huisdier. 

Kies een kat of hond die je uren kunt vertroetelen.
Met een hond kun je uren wandelen, dus dat is misschien de beste optie voor jou.

Een ziek dier

• merk je aan gedrag
• geef vers water en vers voer
•  controleer slaapplek of hok
• kijk of je spuug, diarree of iets anders ziet
• blijf je huisdier goed in de gaten houden
• zoek informatie

De dierenarts

... onderzoekt het dier.

... geeft advies over de behandeling.

... kan medicijnen geven, de voeding aanpassen, etc.

Een ernstig ziek dier

Een behandeling is niet altijd verstandig.

Je huisdier kan heel ernstig ziek zijn.

Soms is het beter om het zieke dier niet te behandelen. Bijvoorbeeld omdat het dier toch niet beter zal worden.
Of omdat het dier té veel pijn heeft, of omdat de behandeling veel te duur is.

Dan moet je misschien jouw dier laten inslapen. 

Ook al is dat heel verdrietig.
Zo'n beslissing neem je samen met je dierenarts en familie.

Praktische opdracht

Stel je voor.... je mag een huisdier uitzoeken. 

• Welk dier kies je? Waarom? 
• Wat zijn de leefgewoontes?
• Wat zijn de levensbehoeftes? 
  
• Wat moet je allemaal aanschaffen?

Zoek je antwoorden op en maak er een presentatie over.