De grote NT2 Kerstquiz - 2020 - testquiz

Kerstquiz 2020
Ho! Ho! Ho! MERRY QUIZMAS!!!!
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolBasisschoolvmbo lwooGroep 8Leerjaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kerstquiz 2020
Ho! Ho! Ho! MERRY QUIZMAS!!!!

Slide 1 - Diapositive

Afspraken
- Lees de vragen goed!
- Jouw docent mag de vragen voorlezen
- De top 5 leerlingen winnen een fantastische prijs!
- Gezamenlijke afsluiting om 14.30 uur in de Meet.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat zegt de kerstman?
A
Hohoho
B
Hahaha
C
Hihihi
D
Hehehe

Slide 4 - Quiz

6

Slide 5 - Vidéo

01:08
Wat doet Mr Bean met de baard?
A
Hij streelt de baard
B
Hij eet de baard
C
Hij gooit de baard omhoog
D
Welke baard?

Slide 6 - Quiz

01:31
Wat pakt Mr Bean?
A
Een kertsbal
B
Een kersttbal
C
Een kirstbal
D
Een kerstbal

Slide 7 - Quiz

02:13
Wat zoekt Mr Bean?
A
Een stopcontact
B
Een vrouw
C
Baby Jezus
D
Zijn hersenen

Slide 8 - Quiz

03:53
Hoeveel schapen gooide Mr Bean?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 9 - Quiz

04:51
Welk dier is dit?
A
Een saurusdino
B
Een dinosaurus
C
Een kip
D
Een eend

Slide 10 - Quiz

05:15
Hoe vliegt de engel binnen?
A
Op de rug van een vogel
B
Met zijn eigen vleugels
C
Met de helicopter
D
Samen met een vlieg

Slide 11 - Quiz

Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerst'?
A
6
B
5
C
8
D
20

Slide 12 - Quiz

Hoe zeg je 'fijne kerst' in het Engels?
A
Winter Wonderland
B
Holiday
C
Happy new year
D
Merry Christmas

Slide 13 - Quiz

2

Slide 14 - Vidéo

00:12
Welk woord moet je hier schrijven?
Oh dennenboom, oh dennenboom, wat zijn je _________ wonderschoon?
A
taken
B
tokken
C
tikken
D
takken

Slide 15 - Quiz

00:40
Welk woord schrijf je hier?
Ik heb je laatst in 't ______ zien staan.
A
gras
B
school
C
bos
D
boos

Slide 16 - Quiz

Op welke dag vieren we Eerste Kerstdag?
A
23 december 2018
B
24 december 2018
C
25 december 2018
D
26 december 2018

Slide 17 - Quiz

Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerstboom'?
A
9
B
8
C
10
D
11

Slide 18 - Quiz

Wat moet je onder een hangende mistletoe doen ?
A
Elkaar de hand geven
B
Elkaar een kus geven
C
Alleen maar huilen
D
Kerstliedjes zingen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive


Hoeveel koekjes zag je op het vorige plaatje?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Hoe heet de beweging die de kerstman met zijn billen maakt?
A
Werken
B
Twerken
C
Zwerken
D
Bewerken

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Hoeveel rode kerstballen zijn
er op de tekening te zien?
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 27 - Quiz

Waar woont de kerstman?
A
Noordpool
B
Nederland
C
Spanje
D
Amerika

Slide 28 - Quiz

Oh nee, ook een kerstboodschap van de Minions ...
The Minions

Slide 29 - Diapositive

Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
Allemaal
B
Drie
C
Een
D
Twee

Slide 30 - Quiz

Wat vieren wij met kerst?
A
De geboorte van Jezus
B
De geboorte van Kerstman
C
De geboorte van Mevrouw Hilde
D
De geboorte van God

Slide 31 - Quiz

Welke kleuren heeft het pak van de kerstman?
A
Rood en wit
B
Groen en rood
C
Rood en zwart
D
Rood en roze

Slide 32 - Quiz

5

Slide 33 - Vidéo

00:25
Welk woord is weg?
.. gaan wij weer met hem _______
A
nee
B
mei
C
mee
D
neu

Slide 34 - Quiz

00:36
Welk woord is weg?
.. en _______ zit voorop
A
oma
B
apo
C
mama
D
opa

Slide 35 - Quiz

00:51
Wat zing je?
Jingle ____
A
Bills
B
Balls
C
Bells
D
Bulls

Slide 36 - Quiz

01:23
Hoeveel sneeuwmannen zag je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 37 - Quiz

01:33
Welk woord is weg?
.. en ik hou me stevig _______
A
vist
B
vest
C
vaast
D
vast

Slide 38 - Quiz

Hoeveel letters heeft het woord 'kerstkaarten'?
A
21
B
11
C
12
D
22

Slide 39 - Quiz

Hoe lang duurt de Kerstvakantie?
A
2 maanden
B
2 dagen
C
2 uren
D
2 weken

Slide 40 - Quiz

Is het de of het?
____ kerstboom
A
het
B
de

Slide 41 - Quiz

Is het de of het?
____ lammetje
A
de
B
het

Slide 42 - Quiz

Is het de of het?
____ kerstbal
A
het
B
de

Slide 43 - Quiz

Is het de of het?
____ kerstfeest
A
het
B
de

Slide 44 - Quiz

Is het de of het?
____ kerstliedjes
A
de
B
het

Slide 45 - Quiz

3

Slide 46 - Vidéo

00:12
Wat doen de Muppets?
A
Huilen
B
Lachen
C
Voetballen
D
Zingen

Slide 47 - Quiz

00:40
Wat houdt het monster vast?
A
Twee katten
B
Twee bellen
C
Twee pennen
D
Twee stoelen

Slide 48 - Quiz

01:06
Wat gebeurt er?
A
De bel valt naast hem.
B
De bel valt onder hem.
C
De bel valt voor hem.
D
De belt valt op hem.

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Diapositive