H3A - Les 4 - Overheid Cumulus 1.4.

Wat is economie?

Les 4
De overheid
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat is economie?

Les 4
De overheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen we deze les?
  • Korte kennisquiz over afgelopen week.
  • Boek en schrift op tafel.
  • Huiswerk vorige week: Zijn er vragen over Goed Snoep?
  • Instructie De overheid
  • Zelfstandig aan de slag! Geen vingers: Ik kom langs.
  • Fluistertoon bij vragen.
  • Afsluiting en vooruitblik.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KENNISQUIZ
Pak je Laptop erbij

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De 4 productiefactoren zijn .....

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke productiefactor?
120 stoelen en 25 tafels
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke productiefactor?
Besluiten om een
2e restaurant te openen
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke productiefactor?
25 mensen in de bediening
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke productiefactor?
Het huren van een pand
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Winst
Loon
Rente
Pacht
Zaagmachine
Hout
Verkoper
Directeur
Rubber
Hamer
Aandelen
Boekhouder

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

GoedSnoep
Vragen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt het onderscheid tussen individuele goederen, collectieve goederen en quasi-collectieve goederen uitleggen.

  • Je kunt uitleggen waarom de overheid sommige individuele goederen produceert en levert.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkomsten
Btw 
Accijns
Inkomstenbelasting
Erfbelasting
Schenkbelasting
Dividendbelasting
Invoerrechten
Uitgaven
Aanleg snelweg
AOW premie
Ambtenarensalaris
Nieuwe hogeschool
Verhoging zeedijk
Medische zorg
Nieuw politiebureau
Bijstandsuitkering
Aanschaf tanks

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 soorten goederen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Individuele goederen
Dit zijn goederen die je alleen voor jezelf kunt gebruiken en waarvoor je meestal moet betalen. Als jij iets koopt, kan iemand anders het niet meer gebruiken. Voorbeeld: een brood of een telefoon. Je betaalt ervoor, en daarna is het van jou alleen.

Quasi-collectieve goederen
Dit zijn goederen die de overheid levert en waarvoor vaak iedereen betaalt via belasting, maar die eigenlijk ook individueel gebruikt kunnen worden. Ze lijken op collectieve goederen, maar je zou ze ook zelf kunnen kopen. Voorbeeld: onderwijs of een bibliotheek. Iedereen kan ervan gebruikmaken, maar het zou ook individueel kunnen worden aangeboden.

Collectieve goederen
Dit zijn goederen waar iedereen gebruik van kan maken, zonder dat iemand wordt buitengesloten. Je hoeft er meestal niet apart voor te betalen. Voorbeeld: de straatverlichting of het leger. Iedereen profiteert ervan, en het maakt niet uit hoeveel mensen het gebruiken, want het blijft beschikbaar voor iedereen.
Aan de slag!
WAT?               Maak  opdracht De overheid en economie (p.25)
HOE?               Op papier, in je schrift
MET WIE?      Zelfstandig   
GELUID?        Fluistertoon
TIJD?               15 minuten
KLAAR?          Maak opdracht Goed van de overheid (p.26)
                           Kijk je antwoorden kritisch na!
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions