Les 1 en 2: Grammatica 3. Lidwoord en zelfstandig naamwoord
1 / 20
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Welke lidwoorden gebruiken we in Nederland?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Lien
Benoem in onderstaande zin de lidwoorden:
De agente gaf haar buurman een boete.
De agente gaf haar buurman een boete.
Slide 7 - Question ouverte
Benoem in onderstaande zin de lidwoorden:
De bal van Willem ligt naast die boom.
De bal van Willem ligt naast die boom.
Slide 8 - Question ouverte
Wat weten we nog over zelfstandige naamwoorden?
Slide 9 - Carte mentale
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Is 'oranje' een zelfstandig naamwoord?
Controleer de eigenschappen:
- je kan er meervoud van maken
- je kan er een verkleinwoord van maken
- je kan er een lidwoord voor zetten.
Controleer de eigenschappen:
- je kan er meervoud van maken
- je kan er een verkleinwoord van maken
- je kan er een lidwoord voor zetten.
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Is 'club' een zelfstandig naamwoord?
Controleer de eigenschappen:
- je kan er meervoud van maken
- je kan er een verkleinwoord van maken
- je kan er een lidwoord voor zetten.
Controleer de eigenschappen:
- je kan er meervoud van maken
- je kan er een verkleinwoord van maken
- je kan er een lidwoord voor zetten.
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
Is 'fles' een zelfstandig naamwoord?
Controleer de eigenschappen:
- je kan er meervoud van maken
- je kan er een verkleinwoord van maken
- je kan er een lidwoord voor zetten.
Controleer de eigenschappen:
- je kan er meervoud van maken
- je kan er een verkleinwoord van maken
- je kan er een lidwoord voor zetten.
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Is 'groot' een zelfstandig naamwoord?
Controleer de eigenschappen:
- je kan er meervoud van maken
- je kan er een verkleinwoord van maken
- je kan er een lidwoord voor zetten.
Controleer de eigenschappen:
- je kan er meervoud van maken
- je kan er een verkleinwoord van maken
- je kan er een lidwoord voor zetten.
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Schrijf de zelfstandig naamwoorden uit onderstaande zin op.
Ajax heeft de wedstrijd van Feyenoord gewonnen.
Ajax heeft de wedstrijd van Feyenoord gewonnen.
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf de zelfstandig naamwoorden uit onderstaande zin op.
De leraar heeft het moeilijke proefwerk nagekeken.
De leraar heeft het moeilijke proefwerk nagekeken.
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf de zelfstandig naamwoorden uit onderstaande zin op.
De hond plast in de nieuwe tuin.
De hond plast in de nieuwe tuin.
