4.2 De Romeinse samenleving

De Romeinen
4.2 De Romeinse samenleving 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

De Romeinen
4.2 De Romeinse samenleving 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Hoe en waardoor de Romeinse economie bloeide
  2. Welke sociale verschillen er waren in het rijk
  3. Hoe de Romeinse machthebbers omgingen met het volk
  4. Welke plaats slaven hadden in de Romeinse samenleving 

Slide 2 - Diapositive

De Mcdrive is niet helemaal van de Macdonalds 

Slide 3 - Diapositive

De stoep is een Romeinse uitvinding 

Slide 4 - Diapositive

Hoe komen wij aan informatie over de Romeinse samenleving?
24 augustus 79 n.C. 
Pompeï bedolven onder lava
Vesuvius 

18e eeuw opgraving 
complete stad naar boven

veel productie in landbouw en nijverheid 
onderlinge handel maar ook daarbuiten

Slide 5 - Diapositive

Hoe en waardoor de Romeinse economie bloeide.
Goedlopende economie 
-Pax Romana 
-Goede wegen
-Romeins geld

Handelaren werden rijk hiervan
De rijken dachten hier anders over
gebaseerd op landbouwgrond


Slide 6 - Diapositive

Hoe en waardoor de Romeinse economie bloeide.
Meeste mensen woonde op platteland
landbouw stedelijke samenleving 

Boeren zorgde voor het voedsel
Graan kwam uit Egypte en Cicilië


Slide 7 - Diapositive

Welke sociale verschillen er waren in het rijk
Enorme sociale verschillen
Rijke Romeinen in grote huizen
Kleine laag van de bevolking

Armoede in Rome
1e eeuw v.C. 1 miljoen inwoners
Arme boeren naar de stad

Boeren zakte tot Proletariaat
Bezitloze armen (alleen kinderen)

Slide 8 - Diapositive

Welke sociale verschillen er waren in het rijk
1/4 van de bevolking kon zich niet voorzien
Geen of weinig werk

Grond als belangrijkste bron van welvaart
Boeren bewerkte de landbouwgrond
Moesten een deel van oogst afstaan

Latifundia, landbouwbedrijf met slaven

Slide 9 - Diapositive

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 10 - Diapositive

Waardoor zijn wij meer te weten gekomen over de Romeinse samenleving?
A
Door de bronnen die opgeschreven zijn
B
Door muurschilderingen die de Romeinen hebben achtergelaten
C
Door de opgraving van Pompeii
D
Door vondsten uit Rome

Slide 11 - Quiz

Waar hoort welke groep op de piramide van de Romeinse samenleving?
Slaven
Grootgrondbezitters
Boeren in loondienst
Kleine zelfstandige boeren
Senatoren
Proletariër

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is een patriciër?
A
Een lid van de Romeinse elite die rijkdom en macht had op basis van hun afkomst en bezit van land.
B
Een lid van de Romeinse elite die rijkdom en macht had op basis van hun beroep.
C
Een lid van de Romeinse elite die rijkdom en macht had op basis van hun politieke positie.
D
Een lid van de Romeinse elite die rijkdom en macht had op basis van hun religie.

Slide 13 - Quiz

wie waren plebejer?
A
Mensen die zelf de kost verdienden
B
winkeliers, boeren en ambachtslieden
C
Rijke burgers
D
senatoren

Slide 14 - Quiz

Zijn er nog vragen of dingen die wij niet weten?
A
Nee, alles was duidelijk. Ik kan de lesdoelen benoemen en uitleggen.
B
Ja, ik snap niet alles en heb nog een vraag.

Slide 15 - Quiz

Stel je vraag.
Ik kom tijdens de zelfwerkzaamheid even langs om het nogmaals uit te leggen.

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag...
4.2 De Romeinse samenleving
Maak opdracht 1 + 3 + 4
Maak HV Feit en mening
leer de woordjes van 4.1 + 4.2

Slide 17 - Diapositive

De Romeinen
4.2 De Romeinse samenleving 

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Hoe en waardoor de Romeinse economie bloeide
  2. Welke sociale verschillen er waren in het rijk
  3. Hoe de Romeinse machthebbers omgingen met het volk
  4. Welke plaats slaven hadden in de Romeinse samenleving 

Slide 19 - Diapositive

Hoe de Romeinse machthebbers omgingen met het volk
Romeinse bevolking kregen 'brood en spelen'
Gratis graan en vermaak voor het volk
afkomstig van een autoriteiten 

Gratis Paardenraces of gevechten
amfitheater of colloseum
Populairste waren gevechten tussen gladiatoren



Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Welke plaats hadden slaven  in de Romeinse samenleving
Door veroveringen veel slaven
1 op de 10 waren slaaf
50.000.000 inwoners > 5 miljoen slaven 

verkocht en tewerkgesteld 
landbouw, mijnen en steengroeven

kansloos > geen steun van de vrije burger
rechteloos maar werden wel goed behandeld

Slide 22 - Diapositive

Slavenopstand 
Spartacus 
slaaf uit Thracië aan de gladiatorenschool 
73 v.C. vluchtte hij met 80 gladiatoren

Vermoorde kleine delen van het Romeinse leger
hoogtepunt 70.000 slaven

verslagen door Spaans legioen
6000 gevangenen en werden gekruisigd langs de een drukke weg, Via Appia

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Waar kwamen de meeste Romeinse slaven vandaan?
A
Ze kochten ze van de Germanen
B
Mensen die schulden hadden
C
Ze waren gevangenen uit de oorlogen
D
Rome had geen slaven

Slide 25 - Quiz

Wat zijn gladiatoren?
A
Soldaten die in het Romeinse leger dienden.
B
Beroepsvechters die tegen leeuwen vochten.
C
Slaven die op het land van een rijke grootgrondbezitter werkten.
D
Beroepsvechters die optraden in een amfitheater. Meestal waren het slaven en misdadigers.

Slide 26 - Quiz

Waarom waren de 'brood en spelen' er?
A
Gratis voedsel voor alle armen in de stad
B
Middel om de bevolking rustig te houden
C
Gladiatoren die vochten voor een vrouw
D
Training voor Romeinse soldaten voordat ze oorlog gingen voeren

Slide 27 - Quiz

Romeinse slaven hadden het altijd zwaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Zijn er nog vragen of dingen die wij niet weten?
A
Nee, alles was duidelijk. Ik kan de lesdoelen benoemen en uitleggen.
B
Ja, ik snap niet alles en heb nog een vraag.

Slide 29 - Quiz

Stel je vraag.
Ik kom tijdens de zelfwerkzaamheid even langs om het nogmaals uit te leggen.

Slide 30 - Question ouverte

Aan de slag...
4.2 De Romeinse samenleving
Maak opdracht 5 + 6 + 7 
Maak Eindopdracht 9
leer de woordjes van 4.1 + 4.2

Slide 31 - Diapositive