Hoofdstuk 6 paragraaf 3

H6 §3 werken voor de overheid
Leerdoelen:
  • Ik kan uitleggen wat de collectieve en particuliere sector is.
  • Ik kan de taak van de overheid toelichten en benoemen door wie deze taak wordt uitgevoerd.


1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H6 §3 werken voor de overheid
Leerdoelen:
  • Ik kan uitleggen wat de collectieve en particuliere sector is.
  • Ik kan de taak van de overheid toelichten en benoemen door wie deze taak wordt uitgevoerd.


Slide 1 - Diapositive

De gemeente
De gemeente heeft een sportpark aangelegd. 
Jalil gaat regelmatig naar het sportpark om te basketballen. 
De gemeente hoort bij de overheid en zorgt voor de plaatselijke collectieve voorzieningen. 
De gemeente zorgt bijvoorbeeld voor de straatverlichting en de parkeerplaatsen op straat of op een plein.


Slide 2 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een collectieve voorziening waar de gemeente voor zorgt (betaald voor de aanleg en voor het onderhoud)

Slide 3 - Question ouverte

De provincie
Jalil woont in de buurt van een fabriek. 
Soms verspreidt deze fabriek een vreemde geur. 
Zijn ouders waarschuwen dan de provincie. 
De provincie heeft regionale taken. 
Zij moet erop letten dat de fabrikanten in de regio zich aan de milieuregels houden. 
Als een fabrikant zich niet aan deze regels houdt, kan de provincie de milieuvergunning intrekken en de fabriek stilleggen.

Slide 4 - Diapositive

De provincie houdt zich bezig met...
A
De overheid
B
Regionale taken
C
Behoud van de semi-kapitalistische fondsenverwerving
D
Verkoop

Slide 5 - Quiz

Het Rijk
Jalil wil later militair worden. 
Hij komt dan in dienst van het Rijk. 
Het Rijk zorgt voor de landelijke collectieve voorzieningen. 
Het leger is een landelijke collectieve voorziening. 


Slide 6 - Diapositive

De overheid
De gemeenten, de provincies en het Rijk samen vormen de overheid. 
De overheid is de grootste werkgever in Nederland. 
Iedereen die werknemer is van de overheid, is ambtenaar.

Slide 7 - Diapositive

Welke van de volgende personen is er GEEN ambtenaar?
A
Chefkok
B
Politieagent
C
Baliemedewerker gemeentehuis
D
Docent

Slide 8 - Quiz

Instellingen
Onderwijs moet betaalbaar zijn, vindt de overheid. 
Maar goed onderwijs kost veel geld. 
De ouders van Jalil betalen wel wat geld aan de school, maar dat is lang niet genoeg. 
Het meeste geld krijgen scholen van de overheid. 
Veel instellingen bestaan dankzij het geld dat zij van de overheid krijgen.

Slide 9 - Diapositive

Bedrijfsleven
De vader van Jalil is schilder en werkt bij Janssen Schilders bv. 
Het bedrijf heeft de kantoren in het gemeentehuis geschilderd.
De gemeente schildert haar kantoren niet zelf.
Zoiets laat ze doen door een schildersbedrijf.
De overheid is een klant van veel bedrijven. 
Zij betaalt de bedrijven voor hun werk.

Slide 10 - Diapositive

Noem een voorbeeld van werkzaamheden die de overheid door bedrijven laat uitvoeren (waarbij de overheid dus de klant is).

Slide 11 - Question ouverte

Infrastructuur
Bedrijven vestigen zich graag in de buurt van autosnelwegen, spoorwegen, vliegvelden en havengebieden. 
De bedrijven zijn op die plaatsen goed bereikbaar. 
Hun omzet en winst kunnen hierdoor omhooggaan. 
De overheid zorgt voor een goede infrastructuur in Nederland. Ook bedrijven zorgen voor infrastructuur. 
De infrastructuur is het stelsel van voorzieningen dat nodig is om goederen, personen en informatie te vervoeren.

Slide 12 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een voorziening die onderdeel is van onze infrastructuur.

Slide 13 - Question ouverte

Aan de slag!
  • Maak H6 §3 - ook de rekentrainer! 
  • Dit is huiswerk voor de volgende les. 
  • Vragen? Stel ze. 


Slide 14 - Diapositive