Drogredenen oefenen

Welke drogreden?:
"Van deze wasmachine worden je kleren zo schoon dat je ze nooit meer hoeft te wassen!"
A
Vertekenen van een standpunt
B
Persoonlijke aanval
C
Het overdrijven van voor- of nadelen
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke drogreden?:
"Van deze wasmachine worden je kleren zo schoon dat je ze nooit meer hoeft te wassen!"
A
Vertekenen van een standpunt
B
Persoonlijke aanval
C
Het overdrijven van voor- of nadelen

Slide 1 - Quiz

Waarom?
Een wasmachine zorgt ervoor dat je kleren schoon worden, maar een wasmachine kan er onmogelijk voor zorgen dat je nooit meer je kleren hoeft te wassen. Het voordeel wordt dus overdreven en daarom is het juiste antwoord C.
Antwoord A is in dit geval niet goed, omdat er geen citaat/woorden van iemand anders genoemd wordt/worden.
Antwoord B is niet goed, omdat er geen negatieve woorden over een ander persoon worden genoemd.

Slide 2 - Diapositive

Welke drogreden?
"Het is waar, want ik heb het op Facebook gelezen."

A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Bespelen van publiek

Slide 3 - Quiz

Waarom?
Zeggen dat iets klopt ‘omdat het ergens staat’ is een drogreden waarbij je onjuist een beroep op autoriteit doet. Antwoord B is dus goed.
Het is geen cirkelredenering omdat het geen cirkelredenering is: met andere woorden, bij een cirkelredenering is de bewering hetzelfde als de uitleg van de bewering. 
Het is tenslotte geen bespelen van het publiek omdat er geen beroep wordt gedaan op de emoties van de luisteraar/lezer.

Slide 4 - Diapositive

Welke drogreden?
"De leraar zegt dat ik een onvoldoende heb, dus hij zegt eigenlijk dat ik geschorst moet worden!"
A
Het vertekenen van een standpunt
B
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
C
Vals dilemma

Slide 5 - Quiz

Waarom?
Het juiste antwoord is A: het vertekenen van een standpunt. Er staat letterlijk ‘de leraar zegt dat ik een onvoldoende heb’, en daar komt het woord ‘schorsing’ niet in voor. De leraar zegt dus niets over een schorsing, maar alleen dat de persoon in kwestie een onvoldoende heeft. Daarom is het juiste antwoord A. Het is geen onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap, omdat er niet ‘naar iets anders’ verwezen wordt. Er is sprake van een vals dilemma wanneer twee keuzes worden voorgesteld, terwijl er (veel) meer mogelijkheden zijn dan de twee genoemde opties. Dat is hier niet het geval.

Slide 6 - Diapositive

Welke drogreden?
"Dat weet iedereen, dat hoef ik niet uit te leggen."
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Ontduiken bewijslast

Slide 7 - Quiz

Waarom?
Antwoord C is juist. Er is sprake van het ontduiken van bewijslast, omdat het geven van een uitleg vermeden wordt. Door te zeggen ‘dat iedereen het weet en je daarom niks hoeft uit te leggen’, ontsnap je aan het geven van een uitleg. 
Het is geen onjuiste oorzaak-gevolgrelatie, omdat hier niks met elkaar in verband wordt gebracht.
Het is geen onjuist beroep op autoriteit omdat er niet  verwezen naar een plek waar deze informatie staat.

Slide 8 - Diapositive

Welke drogreden?
"Elke keer dat ik mijn schoolboeken onder mijn kussen leg voor het slapen gaan, haal ik de volgende dag een voldoende!"
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Onjuist beroep op oorzaak-gevolgrelatie
C
Vals dilemma

Slide 9 - Quiz

Waarom?
Het juiste antwoord is B. Dit is een onjuiste oorzaak-gevolgrelatie omdat twee dingen met elkaar in verband worden gebracht, die niks met elkaar te maken hebben. Die voldoende is waarschijnlijk gehaald omdat de persoon in kwestie de antwoorden op de vragen wist. Niet omdat schoolboeken de avond van tevoren onder het kussen waren gelegd. 
Antwoord A is onjuist omdat er niet wordt verwezen naar een plek waar deze informatie stond. Het is geen vals dilemma, omdat niet gesuggereerd wordt dat je uit twee dingen móet kiezen terwijl er andere keuzes mogelijk zijn.

Slide 10 - Diapositive