le vendredi 14 janvier

Bonjour!
Programme

- Uitleg bijvoeglijk naamwoord deel 2 
- Oefenen met lesson up
- Oefenen met leçon 4 
- Taak inleveren
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bonjour!
Programme

- Uitleg bijvoeglijk naamwoord deel 2 
- Oefenen met lesson up
- Oefenen met leçon 4 
- Taak inleveren

Slide 1 - Diapositive

Uitleg bn
- Plaats 
- Speciale vormen
- Aparte vormen
- (Bijzondere) vormen

Slide 2 - Diapositive

Noem 5 bijvoeglijke naamwoorden in het Frans die vóór het zelfstandig naamwoord staan.

Slide 3 - Carte mentale

1 Il y a deux _____________ garçons _____________ dans la classe.        -->  

2 Vous arrivez dans une _____________ zone _____________ .                -->             

3 J'ai reçu un _____________ cadeau _____________ de ma copine.     -->  

4 Ce sont des pulls pour des _____________ hommes ____________.  -->  

5 Tu préfères les _____________ robes _____________?                             -->  

6 Fabienne est une _____________ fille _____________.                            -->  

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord : Voor of achter? Sleep het woord achter de zin naar de goed plek.
nouveaux
dangereuse
joli
vieux
bleues
jeune

Slide 4 - Question de remorquage

Aparte vormen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een aparte vorm in de vrouwelijke vorm.
Beau ==> belle
Nouveau ==> nouvelle
Deze complete lijst vind je terug in je tekstboek blz 38 onder de uitzonderingen.

Slide 5 - Diapositive

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
blanc
blanche
bon
bonne
vieux
vieille
beau
belle

Slide 6 - Question de remorquage

Hoe maak je het meervoud van de aparte bijvoeglijke naamwoorden denk je?

Slide 7 - Carte mentale

Wat is hier de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord: blanc?
A
Elle porte les blanches chaussures.
B
Elle porte les chaussures blanches.
C
Elle porte les chaussures blanche.
D
Elle porte les chaussures blancs.

Slide 8 - Quiz

Wat is hier de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord: nouveau?
A
Elle a acheté des nouveaux pantalons.
B
Elle a acheté des pantalons nouveaux.
C
Elle a acheté des nouveaus pantalons.
D
Elle a acheté des nouvelles pantalons.

Slide 9 - Quiz

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje. 
vieille
belles
bonne
nouveaux
bons
beaux
vieux
nouveau
bon
beau
blanches
longues
belle

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is de vrouwelijke vorm van: beau?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de vrouwelijke vorm van: long?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de mannelijk meervoud vorm van: nouveau?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de vrouwelijke meervoud vorm van: blanc?

Slide 14 - Question ouverte

Bijzondere vormen + algemene regel
Als het bn eindigt op
Man. enk
Vrouw. enk
Mmv
Vmv
e
-
-
+s
+s
s
-
+e
-
+es
x
-
==> se
-
==> ses
andere letters
-
+e
+s
+es

Slide 15 - Diapositive

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: rouge?
A
Il porte un jean rougee.
B
Il porte un jean rouge.
C
Il porte un jean rouges.
D
Il porte un jean roug.

Slide 16 - Quiz

wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: heureux?
A
Monique est très heureux
B
Monique est très heureus
C
Monique est très heureuse
D
Monique est très heureuxs

Slide 17 - Quiz

Samenvatting deel 2 bn
Aparte vormen:
Algemene regel: m=niks, v= e mmv= s vmv=es


Blz 37 en 38

Slide 18 - Diapositive

A toi maintenant!
- Bn oefenen met leçon 4 opdrachten 46 en 49
- Taak inleveren


Slide 19 - Diapositive

les devoirs
- Kennen grammatica 
- Leçon 4 af opd 46 en 49
- Leren voca 5

Slide 20 - Diapositive