Les 13 Leesvaardigheid V1d

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Dinsdag 12 januari 2021 - V1d

Stillezen in leesboek

Herhalen begrijpend lezen Blok 1, 2, 3, 4

Aan de slag! Feit of mening?

Start kennismaking met betoog (volgende eindtoets)

Wat is GEEN tekstdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. verkennen

Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht?

1. amuseren
2. adviseren
3. informeren
4. waarschuwen

Een recept en een gebruiksaanwijzing zijn voorbeelden van...

1. de tekstsoort 'informatieve tekst'
2. de tekstvorm 'uiteenzetting'
3. de tekstvorm 'informatieve tekst'
4. de tekstsoort 'uiteenzettende tekst'

Wat is een deelonderwerp?

1. Het onderwerp van een tekst.
2. Het onderwerp van een alinea.
3. Aspecten van het onderwerp.

Elke tekst gaat ergens over, hoe noem je dit?

1. alinea
2. tussenkopje
3. onderwerp
4. deelonderwerp

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?

1. Inleiding, onderwerp en hoofdgedachte
2. Inleiding, slot en hoofdgedachte
3. Inleiding, kern en slot
4. Middenstuk, slot en hoofdgedachte

Hoe noemen we verschillende aspecten van het onderwerp?

1. onderwerp
2. deelonderwerpen
3. hoofdgedachte
4. tussenkopjes

Een kernzin geeft...

1. aan wanneer er een alinea begint
2. de belangrijkste informatie van de alinea
3. een toelichting
4. een voorbeeld

Geef aan of de zin een feit of een mening is.

Feit

Mening

De film duurde wel 180 minuten!

De film was erg langdradig

Spaghetti is lekker.

Computerspelletjes zijn pas leuk als er geweld in zit.

Sommige moslimmeisjes dragen een hoofddoek.

Het aantal vuurwerkslachtoffers is dit jaar weer gestegen.

Feit of mening

Feiten → wat waar is, wat je kunt controleren. Feiten beschrijf je met objectieve (zakelijke, niet-persoonlijke) woorden.

Meningen → wat de schrijver, jij of een ander van iets vindt. Meningen beschrijf je met subjectieve (persoonlijke) woorden. Een mening moet je altijd onderbouwen met argumenten.

Feit of mening:
Deze begrijpend lezen les is nu al leuk.

1. feit
2. mening

Feit of mening:
Vandaag is het donderdag.

1. feit
2. mening

Feit of mening?

Jan werkt erg hard.

1. feit
2. mening

Feit of mening?:
Hilversum is een leuke stad om in te wonen.

1. Feit
2. Mening.

Feit of mening?
1) De praktijklessen waren leuk en leerzaam.
2) Lisa heeft een hekel aan turnen.

1. feit - mening
2. mening - feit
3. feit - feit
4. mening - mening

Feit of mening?

Amsterdam is mooier dan Rotterdam.

1. feit
2. mening

Subjectieve informatie is een..

1. feit
2. mening

Feit of mening?

Hij leert twee uur per dag.

1. feit
2. mening

Aan de slag! Vooruitblik volgende lessen:

Wat vind jij van de volgende stelling?

Niet-essentiële winkels mogen vanaf 18 januari weer de deuren openen.

Geef minimaal drie argumenten voor of tegen deze stelling.

Wat vind jij van deze stelling?

Niet-essentiële winkels mogen vanaf 18 januari weer de deuren openen.

Geef minimaal drie argumenten voor of tegen deze stelling.

Einde van deze les