Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
scheidingstechnieken
scheidingstechnieken
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
scheidingstechnieken
Slide 1 - Diapositive
Rekenen met mol
De massa (gram) van 1 mol atomen of moleculen = gelijk aan de atoom- of molecuulmassa. Bijvoorbeeld H= 1,008 u = 1,008 gram per 1 mol
n B= mB/MB
nB= de hoeveelheid stof in mol
mB=de massa (gram)
MB=de molaire massa (in gram/mol)
Slide 2 - Diapositive
Rekenen met mol
Je hebt 100 gram water.
Bereken de molaire massa.
Bereken de hoeveelheid mol.
Slide 3 - Diapositive
Rekenen met mol
1. Bereken de molaire massa.
Water is H2O
De H= 1,008 u ofwel 1,008 g/mol de O= 16,0 u ofwel g/mol
1,008*2 + 16,0 = 18,016 g/mol
Slide 4 - Diapositive
Rekenen met mol
2. Bereken de hoeveelheid mol
We weten de molaire massa = 18,0 g/mol
We hebben 100 gram (de massa)
100/18,0 = 5,56 mol
n B= mB/MB
nB= de hoeveelheid stof in mol
mB=de massa (gram)
MB=de molaire massa (in gram/mol)
Slide 5 - Diapositive
Mol
Fe + S --> FeS
Letterlijk is hier te lezen:
1 atoom Fe + 1 atoom S, geeft 1 molecuul FeS
In praktijk kunnen we niet 1 atoom Fe nemen en dit laten reageren met 1 atoom S
Slide 6 - Diapositive
Rekenen met mol
Toch bestaat er een verband tussen de reactievergelijking en de praktische hoeveelheden waarmee we op het laboratorium werken =
Mol
Fe + S --> FeS
=
1 mol Fe + 1 mol S, geeft 1 mol FeS
Slide 7 - Diapositive
Rekenen aan reacties
1
Fe +
1
S -->
1
FeS
1 mol
Fe +
1 mol
S, geeft
1 mol
FeS
Je kunt bijvoorbeeld ook 12 mol Fe nemen, dan wordt het:
12 mol
Fe +
12 mol
S, geeft
12 mol
FeS
Je ziet dat de verhouding gelijk is gebleven, dit noem je
de molverhouding
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld:
4 P + 5 O
2
--> 2 P
2
O
5
Stel, we hebben 2 mol P.
Hoeveel mol O
2
is er nodig?
Hoeveel mol P
2
O
5
ontstaat er?
Slide 9 - Diapositive
Gegeven: We hebben 2 mol P
Gevraagd: Hoeveel mol O
2
is er nodig? En hoeveel mol P
2
O
5
ontstaat er?
4 mol P + 5 mol O
2
=> 2 Mol P
2
O
5
De verhouding is 4:5:2
Wat wordt de
nieuwe
verhouding? 2:?:?
4:2 = 2 --> ,5:2 = 2,5 en 2:2=1
Dus: 2 mol P + 2,5 mol O
2
= 1 mol P
2
O
5
Slide 10 - Diapositive
Rekenen met massa, mol en reacties
4 P + 5 O
2
--> 2 P
2
O
5
Stel, we verbranden 62 g P tot P
2
O
5
volgens bovenstaande reactie.
Hoeveel g P2O5 ontstaat er?
Hoeveel g zuurstof is er nodig?
Slide 11 - Diapositive
1.Hoeveel g P
2
O
5
ontstaat er?
4 mol P+ 5 mol O2 = 2 mol P
2
O
5
dus 4:5:2
Molaire massa P = 30,97 g/mol
n = m/M --> 62/30,97 = 2 mol P
2:?:?
4/2 = 2 dus je deelt alles door 2.
2:2,5:1
Je hebt dus 1 mol P
2
O
5
De molaire massa van P = 30,97 X2 + 16,00 X5 = 142g/mol
m = n x M = 1 x 142 = 142 gram
Slide 12 - Diapositive
2. hoeveel g zuurstof is er nodig?
We weten uit de vorig opgave dat 62 gram P gelijk staat aan 2 mol P.
We weten dat de verhouding 2P: 2,5 O2: 1 P
2
O
5
We hebben dus 2,5 mol O
2
De molaire massa van O
2
16,00 x2= 32,00 g/mol
2,5 * 32,0= 80,0 gram zuurstof
Als je de massa van 1 stof en de reactie kent, kun je de
andere massa`s dus berekenen.
Slide 13 - Diapositive
Voorbeeld:
4 P + 5 O
2
--> 2 P
2
O
5
Stel, we hebben 2 mol P.
Hoeveel mol O
2
is er nodig?
Hoeveel mol P
2
O
5
ontstaat er?
Slide 14 - Diapositive
Gegeven: We hebben 2 mol P
Gevraagd: Hoeveel mol O
2
is er nodig? En hoeveel mol P
2
O
5
ontstaat er?
4 mol P + 5 mol O
2
=> 2 Mol P
2
O
5
De verhouding is 4:5:2
Wat wordt de
nieuwe
verhouding? 2:?:?
4:2 = 2 --> ,5:2 = 2,5 en 2:2=1
Dus: 2 mol P + 2,5 mol O
2
= 1 mol P
2
O
5
Slide 15 - Diapositive
Rekenen met massa, mol en reacties
4 P + 5 O
2
--> 2 P
2
O
5
Stel, we verbranden 62 g P tot P
2
O
5
volgens bovenstaande reactie.
Hoeveel g P
2
O
5
ontstaat er?
Hoeveel g zuurstof is er nodig?
Slide 16 - Diapositive
1.Hoeveel g P
2
O
5
ontstaat er?
4 mol P+ 5 mol O2 = 2 mol P
2
O
5
De verhouding is dus 4:5:2
Molaire massa P = 30,97 g/mol
n = m/M --> 62/30,97 = 2 mol P
2:?:?
4/2 = 2 dus je deelt alles door 2.
2:2,5:1
Je hebt dus 1 mol P
2
O
5
De molaire massa van P = 30,97 X2 + 16,00 X5 = 142g/mol
m = n x M = 1 x 142 = 142 gram
Slide 17 - Diapositive
2. hoeveel g zuurstof is er nodig?
We weten uit de vorig opgave dat 62 gram P gelijk staat aan 2 mol P.
We weten dat de verhouding 2P: 2,5 O2: 1 P
2
O
5
We hebben dus 2,5 mol O
2
De molaire massa van O
2
16,00 x2= 32,00 g/mol
2,5 * 32,0= 80,0 gram zuurstof
Als je de massa van 1 stof en de reactie kent, kun je de
andere massa`s dus berekenen.
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Chemisch rekenen - les 5
Décembre 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Chemie
MBO
Studiejaar 2
Chemisch rekenen - les 6
Décembre 2020
- Leçon avec
10 diapositives
Chemie
MBO
Studiejaar 2
Chemisch rekenen - les 5
Mai 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Chemie
MBO
Studiejaar 2
THEMA 20: Hoe het aantal atomen of moleculen berekenen?
Octobre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Chemie
Secundair onderwijs
Chemische reacties LES 2 - CHEMIE 6
Septembre 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Chemie
Secundair onderwijs
4.3 Massa (VWO)
Mars 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Chemische reacties LES 1 - CHEMIE 6
Septembre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Chemie
Secundair onderwijs
H4.3 Massa (3ha)
Avril 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3