Chapitre 3, après les cours

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hoe vervoeg je een regelmatig werkwoord op -ER ?

1. stam (= ww - ER) + uitgang
2. hele werkwoord + uitgang
3. alleen de stam
4. je eet een ezeltje met een eskimo

Hoe maak je de stam?

1. hele ww + er
2. hele ww - er
3. je-vorm - er
4. je-vorm + er

Regelmatig werkwoord:
Jouer - nous ...

1. jouer
2. joues
3. jouons
4. jouent

Regelmatige werkwoorden op -er

Elles ........... (trouver)

1. trouvent
2. trouve
3. trouvons
4. trouvez

Regelmatige werkwoorden op -er

Tu ............. (travailler)

1. travaille
2. travailles
3. travaillez
4. travaillent

Regelmatige werkwoorden op -er

Vous ............. (travailler)

1. travaillons
2. travaillez
3. travaille
4. travaillent

Regelmatige werkwoorden op -er

Nous .................(parler)

1. parlont
2. parlons
3. parlez
4. parles

suis

es

est

sommes

êtes

sont

Je

Tu

Elle

Nous

Vous

Ils

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft

B. zij hebben

C.  men heeft

D.  jullie hebben

E. jij / je hebt

F. wij hebben

1.  nous  avons

2.  tu  as

3.  ils  ont

4.  on  a

5.  vous avez

6.  elle  a

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak

Zelfde uitspraak

Il a regardé

Tu regardes

Je regarde

Elles regardent

Nous regardons

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak

Zelfde uitspraak

Nous aimions

J'aimais

On aimait

Ils aimaient

Vous aimiez

Zet de uitgangen op de juiste plek (présent -re werkwoorden)

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

S

S

X

ONS

EZ

ENT

livres

sac à dos

trousse

mon

mes 

ta