Gezondheid; herhaling van al de leerstof

• ANT2+
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

A Gezondheid: herhaling van alles lesstof

Vandaag: leer je ...

het verschil horen tussen i en e

zeggen wat mijn klacht is

een afspraak maken

dobbelschrijven

i - e

i

Luister en zeg na (twee keer).

kist

stil

blik

pit

strik

pinnen

fit

gif

gil

gis

hik

hip

hit

kin

kip

lid

lig

lik

lip

mik

min

mis

nip

nis

pik

pil

pin

pit

rib

rif

ril

rit

sik

tikken

stil

tin

tip

vinnen 

vissen 

stippen

woorden met i

e

Luister en zeg na (twee keer).

net

pet

pen

bed

pesten

bed

bek

bes 

dek 

den 

dep 

gesp

hek

her

hel 

klem

klep 

les

lek

lef

met

mes

nep

net

nest 

pen

pek

pet

pest

rek

rem

red

sem

ten

tent 

web

wens

zeg

zet 

bedden

bessen

dennen

hekken

kleppen

pennen

tenten

wensen

lees mee 

en zeg na:

pit - pet

zit - zet

lek - lik

mes - mis

dek - dik

rek - rik

leg - lig

Bingo!

Welke woorden weet je nog?

Schrijf 6 woorden op

Ik zeg een woord. 

Hoor je de i? Klap in je handen.

Hoor je de e ? Stamp met je voeten.

(Bevries het scherm van het digibord, woorden op volgende dia.)

bedden

stil

dennen

tin

kleppen

pennen

vissen

wensen

tikken

bessen

tip

tin

tenten

vin

tenten

stip

Klaar met dit onderdeel. We gaan nu verder met een nieuw onderdeel.

Schrijf bij elk woord hoeveel.
Voorbeeld:

     De hand

     2 handen

     Het haar

     Veel haren

Medicijnen

De pillen

De tabletten

De zalf

De pleister

Het mondkapje

Het recept
De druppels 
De spray 

       

        Een afspraak maken

Luister naar het gesprek.

Maak de vragen.

Met wie wil Halil een afspraak maken?

1. met de assistent
2. met de huisarts

Waar heeft Halil last van?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke informatie vraagt de assistent?

Op welke dag heeft Halil een afspraak?

Heeft Halil morgen tijd?

1. Ja
2. Nee

Hoe laat heeft Halil een afspraak?

1. 
2. 
3. 
4. 

Een afspraak maken

Wat ga je doen?

• 1 cursist is de assistent.
• 1 cursist is de patiënt.
• De patiënt belt de assistent.
• De patiënt maakt een afspraak met de huisarts.
• Gebruik je kaartjes met persoonlijke gegevens voor informatie.. Gebruik het kaartje met het lichaamsdeel.

Wat heb je nodig?

• Je geboortedatum
• Je postcode
• Je huisnummer
• Kaartjes met klachten

Wat is er aan de hand?

of 

Wat zijn uw klachten?

Ik heb last van mijn ...

Wat vervelend. Beterschap!

Agenda

• Vraag het werkblad aan de docent.
• Speel het gesprek met de assistent nog een keer.
• Schrijf de afspraak op de kalender (eerst een lege kalender bespreken; volgende dia)

Klaar! We gaan lezen en schrijven; werkbladen Wiesewijs maken. Diff: de -A cursisten  krijgen er woordkaartjes bij.

klaar! Werk in je boek en op de computer LLS A

Spelletje: memory

Ik kan zeggen wat mijn klacht is.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan een afspraak maken met de huisarts.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan informatie over medicijnen lezen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan me afmelden via Whatsapp.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan me afmelden via e-mail.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de goede keuze maken in een keuzemenu.

😒🙁😐🙂😃