4M - 5.2 - Val van de muur

De Koude Oorlog
De Berlijnse muur
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Koude Oorlog
De Berlijnse muur

Slide 1 - Diapositive

DE WAPENWEDLOOP 


De wapenwedloop met het Westen kostte enorm veel geld.

De SU kon deze kosten, gezien de falende planeconomie, moeilijk opbrengen. 

Slide 2 - Diapositive

Berlijnse Muur
13 augustus 1961

Slide 3 - Diapositive

Waarom een muur?
  •  Veel inwoners van Oost-Duitsland willen weg.

  • De grens (IJzeren Gordijn) tussen Oost- en West-Duitsland is dicht

  • De grens tussen Oost- en West-Berlijn is wél open

  • West-Berlijn is volgens de Sovjet-Unie 'de etalage van het kapitalisme'.

Slide 4 - Diapositive

Gevolgen
  • Bouw van De Berlijnse Muur, augustus 1961

  • Laatste gat in het IJzeren Gordijn is dicht

  • West-Berlijn was wél bereikbaar vanuit West-Duitsland

  • Vluchtelingenstroom neemt sterk af

  • Wel: veel ontsnappingen, vaak met dodelijke afloop...

Vergeet dit ook niet: ontsnappen betekende vaak dat je je familie nooit meer zag.


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive


"Ich bin ein Berliner"





Toespraak van Kennedy tijdens 
zijn bezoek aan Berlijn in juni 1962

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

De hervormingen van Gorbatsjov  
  • PERESTROJKA ofwel economische hervormingen => De Staat gaat zich minder bemoeien met economie, er wordt meer initiatief van burgers toegestaan.
  • Einde wapenwedloop (=>meer geld voor economie)
  • GLASNOST ofwel meer openheid => een meer democratischer bestuur, meer partijen werden toegestaan. Meer vrijheid voor burgers dus... 

Slide 11 - Diapositive

De gevolgen van deze hervormingen.
Gorbatsjov wilde het communisme hervormen, niet afschaffen!  

Glasnost => meer openheid => mensen begonnen hun mening te geven=> overheid greep niet meer in. 

Perestrojka => men mocht weer eigen bedrijfjes stichten, het westen werd gevraagd deze ontwikkeling te steunen.

Ronald Wilson Reagan was de 40e president van de Verenigde Staten van 1981 tot 1989. Reagan ging, na een carrière als filmacteur, in de politiek. 
Michail Sergejevitsj Gorbatsjov is een voormalig secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie van 1985 tot 1991 en president van de Sovjet-Unie van 1990 tot 1991.

Slide 12 - Diapositive

Het Oostblok valt uiteen
  • Verzet tegen de communistische dictatuur >  roep om democratische vrijheden en het recht om in vrijheid te reizen.
  • In het kader van glasnost nam de censuur af, burgers durfden meer te schrijven en wensen.
  • De partijleiding in de DDR wijst de glasnost en perestrojka af => De bevolking van de DDR komt in opstand. 

Vóór Gorbatsjov => hard militair optreden tegen anti-communistische opstanden (DDR in '53, Polen en Hongarije in '56, Praagse Lente '68) 
  • Gorbatsjov: weigert militair in te grijpen in de DDR => het warschauwpact is te duur om te blijven onderhouden. 


Slide 13 - Diapositive

Gevolgen: 1989 revolutiejaar! 
  • Val van de Muur (1989) 
  • Val van overige communistische regimes (Polen, Hongarije etc )
  • Einde eenpartijstaat in SU > Sovjet-Unie wordt opgeheven (1991)  
  • Burgeroorlog in voormalig Joegoslavië

Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

0

Slide 16 - Vidéo

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt

Slide 17 - Quiz

De Koude Oorlog begint:
A
na de nederlaag van Duitsland
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
na WOII in 1945

Slide 18 - Quiz

Na de Tweede Wereldoorlog was er al snel een nieuwe vijand voor de VS. Wat was de nieuwe vijand van de VS?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het communisme

Slide 19 - Quiz

Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 20 - Quiz

Wat is Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Economische hulp van de VS aan Europa na WOII
C
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
D
Militaire hulp van de VS

Slide 21 - Quiz

Welke uitspraak over de CUBACRISIS is juist? De Cubacrisis is:
A
de aanleiding voor de revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de VS aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 22 - Quiz

Zelf aan de slag
Lezen: blz. 116 t/m 118 (5.2)
Maken: 5.2  t/m opdr. 8

Slide 23 - Diapositive

0

Slide 24 - Vidéo