Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Programma
Herhaling
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 1 - Diapositive
Noem de vier productiefactoren
Slide 2 - Question ouverte
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemersschap
Loon
Winst
Rente/huur
Pacht
Slide 3 - Question de remorquage
Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt kun je indelen in de volgende productiefactoren:
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Slide 4 - Diapositive
Inkomensvormen
De inkomsten die ontvangen worden als vergoeding voor de productiefactoren noemen we primair inkomen zoals:
Inkomen uit arbeid (loon, salaris,);
Inkomen uit bezit (rente, huur, pacht,winst)
Daarnaast kennen we overdrachtsinkomen. Voor een inkomensoverdracht lever je geen tegenprestatie. Voorbeelden hiervan uitkeringen, zakgeld en kinderbijslag.
Al deze inkomsten bij elkaar noemen we het Nationaal Inkomen of het Bruto Binnenlands Product
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Welvaart
De mate waarin je in je behoeftes kunt voorzien.
BBP wordt gebruikt als maatstaf.
BBP = de waarde van de totale productie of het totale primaire inkomen.
Slide 7 - Diapositive
Prioriteiten stellen
Welvaart:
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien
Lage welvaart:
Je kunt jezelf weinig van behoeften voorzien
Hoge welvaart:
Je kunt jezelf van veel behoeften voorzien
Slide 8 - Diapositive
www.google.com
Slide 9 - Lien
Het het meten van het nationaal inkomen een goede maatstaf voor de welvaart in een land? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Question ouverte
Is het BBP wel voldoende?
HDI
Human Development Index
Bbp
Volksgezondheid (levensverwachting)
Niveau van scholing
Groene bbp
Rekening houden met natuur, milieu en duurzaamheid.
Slide 11 - Diapositive
Voorbeeld HDI-ranglijst (VN)
Slide 12 - Diapositive
Human Development index
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Heeft een land met een hoog nationaal inkomen automatisch ook een hoge HDI? Leg je antwoord uit
Slide 15 - Question ouverte
Aan de slag
Maken -> tot en met 2.15 (Huiswerk)!
Hoe? -> Rustig en overleggen mag!
Hulp? -> Vinger de lucht in!
Klaar? - Ben je tevreden over je werk? Loop alles even na, hierna kan je nakijken.