DISK thema 20 - les 2

Thema 20 - Straatcultuur
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 20 - Straatcultuur

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Doel
- Je kunt de 10 nieuwe woorden van thema 20 gebruiken. 

Slide 3 - Diapositive

Even nadenken
Welke woorden van thema 20 weet je nog? 

timer
2:00

Slide 4 - Diapositive

Kijk het huiswerk na
  • Kijk samen met je buur jouw zinnen en betekenis na.
  • Bespreek samen of je zin goed is en of jullie dezelfde betekenis hebben. 
timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Schrijf het meervoud van "het cadeau"

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de wij-vorm van aanmelden?
A
wij aanmelden
B
wij melden aan
C
wij hebben aanmelden

Slide 7 - Quiz

Schrijf het meervoud van "de cultuur"

Slide 8 - Question ouverte

aanmelden
absoluut
algemeen
bedoelen
betrouwbaar
bijzonder
de bon
het cadeau
de criminaliteit
de cultuur
Gewoonten en gebruiken die bij een groep mensen hoort.
Iets doen wat volgens de wet niet mag.
Iets wat je van iemand krijgt.
Het bewijs dat je betaalt hebt.
Iets of iemand die een beetje anders is. 
Iets of iemand die je kunt vertrouwen.
Uitleggen hoe een ander jou moet begrijpen.
Iets wat voor veel mensen of situaties zo is.
Laten weten dat je ergens aan mee wilt doen.
Iets wat zeker is.

Slide 9 - Question de remorquage

Maak een zin met bijzonder

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de vervoegingen van aanmelden op.

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf de vervoegingen van bedoelen op.

Slide 12 - Question ouverte

doorgaan
Niet stoppen.

Ik ga door
Wij gaan door
Wij zijn doorgegaan
Wij gingen door

Slide 13 - Diapositive

fluiten
een geluid wat je met je mond maakt

Ik fluit
Wij fluiten
Wij hebben gefloten
Wij floten

Slide 14 - Diapositive

het gedeelte
een stuk wat ergens bij hoort

m.v. = de gedeeltes

Slide 15 - Diapositive

geleden
Iets wat al geweest is.

Slide 16 - Diapositive

gezellig
Iets doen met anderen, wat je leuk vindt om te doen.

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Diapositive

doorgaan
fluiten
het gedeelte
geleden
gezellig
Als je ergens niet mee stopt.
Iets wat vorige week of vorig jaar was.
Een stuk ergens van.
Een hoog geluid.
Een fijn gevoel.

Slide 18 - Question de remorquage

Huiswerk voor woensdag
Schrijf bij alle 5 de woorden de betekenis en een voorbeeldzin.

Slide 19 - Diapositive