Grammar H3: Future tenses

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Future tenses

Leerdoelen

• Je weet op welke vier manieren je in het Engels naar de toekomst kunt verwijzen
• Je weet in welke situatie je elk van deze vier tijden moet gebruiken
• Je kunt in een Engelse zin het werkwoord in de goede 'future tense' zetten

1. 'to be going to' 

• Bestaande plannen
  
• Voorspellingen op basis van waarnemingen

am/are/is + going to + hele werkwoord

My mum is going to buy a new car.

Look at those clouds! It is going to rain

2. Will + hele werkwoord

• Voorspellingen die nergens op gebaseerd zijn (algemene toekomst) (bv. I think ...)
• Spontane uitspraken (je beslist om iets te doen op het moment dat je het zegt)
  
• Beloftes/verzoeken/wens
  

will + hele werkwoord (Ontkenning: won’t)

In the future, people will spend more time on their phones.

The phone is ringing. I will answer it.

3. Present continuous

• Een afspraak in de komende weken waar al voorbereidingen voor zijn getroffen
  

 am/are/is + werkwoord + ing

 Next week I am eating out with my girlfriend.
We are getting married next month.
In July we are going on holiday to Italy.

4. Present simple

• Er is sprake van vaste tijden/schema (= feit)
  

hele werkwoord (+ S) 

Your train leaves at 8:00 am. 
The supermarket closes at 6:00 pm today. 

Oefening

Schrijf de hele zin op. Vul de correcte future tense in.

1. The train ________________ (to leave) at 11:00 am.

2. I hope that in the future, I ___________ (to become) a famous football player.

3. Josh ______(to go) to the cinema with his friends tonight. They’ve already booked the tickets.

4. “The doorbell is ringing. I ________ (to open) the door for our guests”

5. “Look at the sun! It __________ (to be) a beautiful day!”