Klinische Redeneren Dhr. Mufasa

Dhr. Mufasa
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Dhr. Mufasa

Slide 1 - Diapositive

Casus
Je werkt in de thuiszorg en je bent op de helft van je ochtendronde. Je gaat voor het eerst bij dhr. Mufasa langs om hem te helpen met zijn steunkousen aan te trekken. Dhr. Mufasa was een maand geleden opgenomen geweest in het ziekenhuis vanwege een DVT waarvoor hij die steunkousen nu aan moet. Bij het intake gesprek een maand geleden had hij bij je collega aangegeven dat hij verder nog alles zelf wilde doen, en alleen met de steunkousen hulp nodig heeft. Zijn familie komt 1x in de week langs voor boodschappen en hij doet verder alles nog zelf. 
Dhr. heeft een week geleden een exacerbatie van zijn COPD gehad waarvoor hij een prednison kuurtje heeft gekregen van de huisarts. 

Slide 2 - Diapositive

Huidig situatie
Wanneer je bij dhr. aanbelt doet hij zwaar ademend en hoestent de deur voor je open, maar gaat daarna gelijk weer terug naar de woonkamer op volgens hem iets te zoeken. Hij negeert je volkomen en lijkt in zijn eigen wereld te zitten. In de woonkamer is het een rotzooi en overal zie je vieze vaat liggen. 

Slide 3 - Diapositive

Voorgeschiedenis:

- Hypertensie
- COPD Gold 1
- DVT in het linker been 1 maand geleden.
- Diabetes Mellitus type 2

Medicatie:

  •  Apixaban 2x daags 5 mg
  • Captopril 2x daags 25 mg
  • Nexium 1x daags 40 mg
  • Prednison 1x daags 40 mg
  • Salmeterol dosisaerosol 2x daags 50 microgram
  • Metformine 2x daags 500mg
  • Insuline bij de maaltijd volgens onderstaand schema.
        Bloedsuiker 10.0 – 12.0 > 2 EH Novorapid
        Bloedsuiker 12,1 – 14.0 > 4 EH Novorapid
        Bloedsuiker 14,1 – 16.0 > 6 EH Novorapid
        Bloedsuiker 16,1 – 20.0 > 8 EH Novorapid
        Bloedsuiker > 20,1 > Contact per huisarts

Slide 4 - Diapositive

Stap 1: Oriëntatie op de situatie

- Welke begrippen en/of ziektebeelden ken je nog niet? Zoek deze begrippen op.
- Hoe schat je de situatie in? Is er sprake van een gezonde situatie of is er een probleem en op welk gebied: ziekte, sociaal, mentaal?


Slide 5 - Diapositive

Onderstreep de belangrijke zaken in deze casus.

Slide 6 - Carte mentale

Welke aanvullende gegevens zou je willen om meer duidelijkheid te krijgen op de situatie?

Slide 7 - Carte mentale

Stap 1: Oriëntatie op de situatie
- Kijk naar de parameters in de volgende tabel en werk deze uit. 
- Noem minimaal twee scoresystemen (meetinstrumenten) die je kunt gebruiken om duidelijkheid te krijgen op deze situatie.
- Welke kleur geef jij deze situatie en verklaar waarom?
- Je belt de huisarts over dhr. Mufasa, stel de SBAR op.

Slide 8 - Diapositive

Je belt de huisarts over dhr. Mufasa, stel de SBAR op.

Slide 9 - Question ouverte

Stap 2: Klinische probleemstelling

- Aan welke verpleegkundige problemen denk je in deze casus? Onderbouw dit met de symptomen die je bij dhr. Mufasa ziet.
- Welke mindmap(s) uit het klinische redeneren passen bij de klachten van dhr. Pieterse?
- Welke Risicofactoren spelen mee bij het ontstaan van de problemen?

Slide 10 - Diapositive

Aan welke verpleegkundige problemen denk je in deze casus? Onderbouw dit met de symptomen die je bij dhr. Mufasa ziet.

Slide 11 - Question ouverte

Welke mindmap(s) uit het klinische redeneren passen bij de klachten van dhr. Pieterse?

Slide 12 - Carte mentale

Stap 3: Aanvullend klinische onderzoek
- Welke aanbevelingen t.a.v. aanvullend onderzoek/interventies zou jij bij meneer Jansen willen doen om diagnose te bevestigen?

Slide 13 - Question ouverte

Stap 4: Klinisch beleid

- Welke behandeling/interventie is er nodig, en wat is de rol van de verpleegkundige/verzorgende en beargumenteer waarom.

Slide 14 - Question ouverte

Stap 5: Klinisch verloop
- Welke complicaties zouden er kunnen ontstaan?
- Ga aan de hand van de 11 patronen van Gordon na welke actuele (potentiële) verpleegproblemen bij meneer Jansen kunnen ontstaan. Gebruik hiervoor je verpleegkundig diagnose zakboek.
- Werk de twee belangrijkste verpleegkundige problemen/diagnoses uit.

Slide 15 - Diapositive