Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
7. Nederland handelsland
7.4 De wereld is een dorp?
Slide 1 - Diapositive
7.4 De wereld is een dorp!
Ik kan uitleggen wat globalisering is.
Ik kan uitleggen waarom internationale handel steeds meer toeneemt
Ik kan aangeven welke gevolgen dit heeft voor de werkgelegenheid in de wereld en NL.
Ik kan uitleggen hoe Nederland zijn internationale concurrentiepositie kan behouden.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Wat is globalisering volgens jou?
Slide 4 - Question ouverte
Globalisering
Internationale arbeidsverdeling
Er is sprake van een toenemende wereldhandel (globalisering)
vrijhandele
technologische ontwikkelingen van communicatie en transport
Hierdoor ontstaat er internationale arbeidsverdeling
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
voordelen?
Slide 7 - Carte mentale
nadelen?
Slide 8 - Carte mentale
Globalisering
Voordelen
Meer keuze uit verschillende producten.
Goedkopere producten.
Betere kwaliteit.
Slide 9 - Diapositive
Globalisering
Nadelen
Productie verplaatst zich naar lagelonenlanden (bv China)
Ongelijke verdeling van de welvaart (omwille van concurrentiepositie)
Negatieve gevolgen voor het milieu (energie, grondstofdelving, ...)
Slide 10 - Diapositive
Hoe kan NL er dus voor zorgen dat wij een sterke internationale concurrentiepositie houden?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Vidéo
Globalisering
Internationale concurrentiepositie?
Goede prijs/kwaliteit nastreven door:
goed onderwijs
goede infrastructuur
innovatie
goede gezondheidszorg
Slide 13 - Diapositive
Globalisering kan zorgen voor economische groei, maar ook voor werkloosheid. Daarover gaan de volgende zinnen.
1. Een bedrijf verhuist naar een lagelonenland om te produceren. 2. Het wordt voor bedrijven goedkoper om in een ander land te produceren. 3. Nederlandse fabrieksarbeiders verliezen hun baan.
Wat is de juiste volgorde?
A
Globalisering →
1 → 3 → 2 → werkloosheid
B
Globalisering →
2 → 1 → 3 → werkloosheid
C
Globalisering →
3 → 2 → 1 → werkloosheid
D
Globalisering →
2 → 3 → 1 → werkloosheid
Slide 14 - Quiz
Wat is géén voorbeeld van globalisering.
A
Via internet kun je over de hele wereld shoppen.
B
Ons rundvlees komt uit Argentinië.
C
Sommige mensen willen de euro afschaffen.
D
Steeds meer Nederlanders vinden een baan in China.
Slide 15 - Quiz
De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?
A
Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
B
Internet heeft het proces van globalisering versneld.
C
Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
D
Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.
Slide 16 - Quiz
Ondanks de hoge lonen in ons land heeft het Nederlandse hightech bedrijf ASML een sterke internationale concurrentiepositie. welke twee gegevens hieronder geven hiervoor een verklaring?
A
ASML doet hoge investeringen in onderzoek en ontwikkeling.
B
De koers van de euro is hoog ten opzichte van andere valuta.
C
De vennootschapsbelasting in Nederland is hoger dan in het buitenland