THEME WORDS + STONES 2HV BTG. ST. ST. 7THE ED.
Translate into English:
gescheiden
gescheiden
1 / 40
Éléments de cette leçon
Translate into English:
gescheiden
gescheiden
Slide 1 - Question ouverte
Translate into English:
familieleden
familieleden
Slide 2 - Question ouverte
Translate into English:
een stel
een stel
Slide 3 - Question ouverte
Translate into English:
persoonlijke eigenschappen
persoonlijke eigenschappen
Slide 4 - Question ouverte
Translate into English:
irritant/vervelend
irritant/vervelend
Slide 5 - Question ouverte
Translate into English:
eerlijk
eerlijk
Slide 6 - Question ouverte
Translate into English:
rustig/stil
rustig/stil
Slide 7 - Question ouverte
Translate into English:
gemakkelijk in omgang
gemakkelijk in omgang
Slide 8 - Question ouverte
Translate into English:
nederig
nederig
Slide 9 - Question ouverte
Translate into English:
ondernemend
ondernemend
Slide 10 - Question ouverte
Translate into English:
kelder
kelder
Slide 11 - Question ouverte
Translate into English:
meubilair
meubilair
Slide 12 - Question ouverte
Translate into English:
kleed
kleed
Slide 13 - Question ouverte
Translate into English:
(de) was
(de) was
Slide 14 - Question ouverte
Translate into English:
kast/opbergkast
kast/opbergkast
Slide 15 - Question ouverte
Translate into English:
de vuilnis buitenzetten
de vuilnis buitenzetten
Slide 16 - Question ouverte
Translate into English:
stofzuigen
stofzuigen
Slide 17 - Question ouverte
Translate into English:
de tafel dekken
de tafel dekken
Slide 18 - Question ouverte
Translate into English:
de vloer vegen
de vloer vegen
Slide 19 - Question ouverte
Translate into English:
boogschieten
boogschieten
Slide 20 - Question ouverte
Translate into English:
turnen
turnen
Slide 21 - Question ouverte
Translate into English:
woestijn
woestijn
Slide 22 - Question ouverte
Translate into English:
vlakte
vlakte
Slide 23 - Question ouverte
Translate into English:
platteland
platteland
Slide 24 - Question ouverte
Translate into English:
woud
woud
Slide 25 - Question ouverte
Translate into English:
druif
druif
Slide 26 - Question ouverte
Translate into English:
garnaal
garnaal
Slide 27 - Question ouverte
Translate into English:
zuivel (melk e.d.)
zuivel (melk e.d.)
Slide 28 - Question ouverte
Translate into English:
worstje
worstje
Slide 29 - Question ouverte
Translate into English:
aardbei
aardbei
Slide 30 - Question ouverte
Translate into English:
smaken en proeven
smaken en proeven
Slide 31 - Question ouverte
Translate into English:
heerlijk
heerlijk
Slide 32 - Question ouverte
Translate into English:
hartig
hartig
Slide 33 - Question ouverte
seasoned
vettig
vettig
Slide 34 - Question ouverte
Translate into English:
gekruid
gekruid
Slide 35 - Question ouverte
Translate: Waarom is de bedden opmaken jouw minst leuke klusje?
Slide 36 - Question ouverte
Ik vind sommige sporten leuk maar ik ben er niet erg goed in.
Slide 37 - Question ouverte
Welke sap vind je het lekkerste?
Slide 38 - Question ouverte
Ik hou niet echt van aardappels omdat ze te flauw zijn.
Slide 39 - Question ouverte
Ik ben bang dat we geen pindakaas meer hebben.
