Toets Steden en Staten
1 / 17
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Zet de iconen en jaartallen op de juiste plek op de tijdlijn
Begin
Eind
|
|
|
1000
500
1500
Monniken en Ridders
Steden en Staten
Slide 2 - Question de remorquage
Waar ontstonden de eerste dorpen/steden?
A
Bij kloosters en burchten
B
Bij rivieren
C
Waar wegen samen komen tot kruispunten
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 3 - Quiz
Wat betekend het begrip: Ambacht
A
Producten met machines maken
B
Producten met de hand maken
C
Producten maken met gereedschap
Slide 4 - Quiz
Welk ambacht zie jij op de afbeelding?
Slide 5 - Question ouverte
Bij welk begrip past de volgende omschrijving: Een vereniging van dezelfde ambachten
A
Bakker
B
Ambacht
C
Gilde
D
Hanzeverbond
Slide 6 - Quiz
Een gilde had drie 'niveaus'. Zet de niveaus op de juiste volgorde: dus eerst was je dit, dan werd je dit en dan dat)
Leerling
Gezel
Meester
Slide 7 - Question de remorquage
De test die je moet doen om van gezel naar meester te gaan
A
proeve van bekwaamheid
B
eindexamen
C
meesterproef
D
de toets van volgende week
Slide 8 - Quiz
Welk voordeel had lid zijn van een Gilde? Noem er (1)
Slide 9 - Question ouverte
Bij welk begrip past de volgende omschrijving:
een samenwerkingsverband tussen steden die elkaar helpen bij de handel
een samenwerkingsverband tussen steden die elkaar helpen bij de handel
A
Ambachtelijk
B
Gilde
C
Ganzeverbond
D
Hanzeverbond
Slide 10 - Quiz
Waarom was het nodig om in elke stad een geldwisselaar te hebben?
Slide 11 - Question ouverte
Hiernaast zie je een plaatje van een stadsmuur. Zie je hier een stadsrecht? Waarom wel of waarom niet?
Slide 12 - Question ouverte
Wat was een voordeel voor een graaf als hij de stad stadsrechten gaf?
A
De burgers in de stad mochten zichzelf besturen
B
De burgers in de stad moesten belasting betalen aan de graaf
C
De burgers mochten eten gaan verbouwen in de stad
Slide 13 - Quiz
Welke twee veranderingen in de landbouw zorgden ervoor dat boeren meer voedsel konden produceren?
A
Meer landbouwgrond door ontginning
B
Drieslagstelsel
C
Betere en nieuwe landbouwtechnieken
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 14 - Quiz
Leenstelsel
Leenman
Leenheer
Geeft grond in leen
Beloofd steun in tijd van oorlog
Bestuurt in naam van de koning
Slide 15 - Question de remorquage
Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Economie
Politiek
Leenheer/graaf
Trouw zweren
herendiensten
Slide 16 - Question de remorquage
Noem de 3 verschillende standen van hoog naar laag. Doe het zo: 1) 2) 3)
Tip: Het is een driehoek
Tip: Het is een driehoek
