NN7 - Fictie §2 - Personages en perspectief - 1V

Personages en perspectief
NN7 - Fictie §2 - 1V
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Personages en perspectief
NN7 - Fictie §2 - 1V

Slide 1 - Diapositive

Wat je gaat leren

  • Je leert personages beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Alle personen die een rol spelen in het verhaal zijn personages. Het belangrijkste personage, degene over wie het hele verhaal gaat, is de hoofdpersoon. Een verhaal kan ook meerdere hoofdpersonen hebben. De overige personages zijn bijfiguren.

Slide 3 - Diapositive

Van een hoofdpersoon weet je wat hij denkt en voelt. Je zegt dan dat het perspectief bij de hoofdpersoon ligt. Je zit als lezer als het ware in zijn hoofd.

Slide 4 - Diapositive

Er bestaan verschillende soorten perspectief:

  • ik-perspectief: het verhaal is in de ik-vorm geschreven;

  • hij/zij-perspectief: het verhaal is in de hij-of zij-vorm geschreven. Dit noemen we ook wel de alwetende verteller;

  • wisselend perspectief: het verhaal is vanuit meerdere perspectieven geschreven. In het ene hoofdstuk ligt het perspectief bijvoorbeeld bij het ene personage en in het andere hoofdstuk bij een ander.

Slide 5 - Diapositive

Inleven en meeleven
Personages roepen vaak gevoelens op bij jou als lezer. Je vindt het ene personage bijvoorbeeld irritant en het andere zielig. Dat komt doordat je met hen kunt meeleven (juist niet) of doordat je je in hen kunt inleven.

Slide 6 - Diapositive

Inleven wil zeggen dat je je kunt voorstellen hoe het is om een personage te zijn of om mee te maken wat hij meemaakt.

Meeleven wil zeggen dat je graag wilt dat het goed gaat met een personage. Je hoopt bijvoorbeeld (net als het personage zelf) dat hij beter wordt, dat zijn ouders weer bij elkaar komen of dat hij niet meer wordt gepest.

Slide 7 - Diapositive

Pak nu je boek van Nederlands erbij en ga naar blz. 72. We lezen een fragment uit De bliksemdief, deel 1 uit de serie Percy Jackson en de Olympiërs van de Amerikaanse schrijver Rick Riordan.

Laat LessonUp open.

Slide 8 - Diapositive

Is de ik-persoon ook de hoofdpersoon?
Waarom vind je dat?

Slide 9 - Carte mentale

Juiste antwoord
Ja, want van Percy Jackson weet je wat hij denkt en voelt en hij is ook de ik-persoon.

Slide 10 - Diapositive

Waarom is het volgens Percy niet fijn om een halfbloed te zijn?

Slide 11 - Question ouverte

Percy vraagt zich af: ‘Ben ik een probleemkind?’ Wat vind jij?

Slide 12 - Question ouverte

Juiste antwoord kan zijn:

  • Ja, want hij zorgt bij elke excursie voor problemen.
  • Nee, want hij is een halfbloed. Dan heb je vast en zeker krachten die je kunnen helpen om weer uit de problemen te komen.

Slide 13 - Diapositive

‘Je weet wie de schuld krijgt als er iets gebeurt.’ Wie krijgt de schuld?
A
Nancy
B
Grover
C
Percy
D
Meneer Brunner

Slide 14 - Quiz

Waarom krijgt Percy de schuld?

Slide 15 - Question ouverte

Percy krijgt waarschijnlijk de schuld, omdat hij zo vaak bij problemen betrokken is. Hierdoor is hij snel verdacht.

Slide 16 - Diapositive

In wie kun jij je inleven?
In Percy, Grover of Nancy?
Hoe komt dat?

Slide 17 - Carte mentale

We lezen samen tekst 2. Hier lees je hoe
De bliksemdief
  verdergaat.

Slide 18 - Diapositive

Waarom is de lesstof over de oude Grieken van levensbelang voor Percy, denk je?

Slide 19 - Question ouverte

Juiste antwoord
Als Percy meer weet over zijn afkomst, komt hij misschien minder snel in de problemen.

Slide 20 - Diapositive

Aan het einde van het fragment merken Percy's klasgenoten op dat het water nogal vreemd doet. Van welke Griekse godheid is Percy waarschijnlijk een kind?

Slide 21 - Diapositive

Aan het einde van het fragment merken Percy's klasgenoten op dat het water nogal vreemd doet. Van welke Griekse godheid is Percy waarschijnlijk een kind?

Poseidon (want Poseidon 
is de god van de zee).

Slide 22 - Diapositive

Wie kan uitleggen dat De bliksemdief zowel realistische als niet-realistische elementen bevat?

Slide 23 - Diapositive

  • Veel elementen uit de De bliksemdief zijn realistisch, want ze zouden echt gebeurd kúnnen zijn.

  • Een voorbeeld van een onrealistisch element uit De bliksemdief is de gebeurtenis in het verhaal met het water. Dit zou in het echt niet kunnen gebeuren.

Slide 24 - Diapositive

Vind je de toevoeging van niet-realistische elementen leuk?
Ja, het maakt het onvoorspelbaar hoe het verhaal verdergaat en dat vind ik leuk.
Nee, ik houd niet van magie en onverklaarbare gebeurtenissen. Ik wil een verhaal dat echt gebeurd kan zijn.

Slide 25 - Sondage

Ennn... even tot hier!

Slide 26 - Diapositive