blok 3 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Blok 3 Fictie

Boek: blz. 107-116

lesdoelen

Aan het einde van deze lessen;

- kun je hoofd- en bijfiguren in een verhaal aanwijzen.

- kun je hoofd- en bijfiguren beschrijven aan de hand van kenmerken / karaktereigenschappen.

- kun je de relatie tussen personen in het verhaal beschrijven.

- kun je uitleggen waarom een persoon jou wel / niet aanspreekt.

informanten

kalebas

geveld (vellen)

de confrontatie

triomfantelijk

de gezaghebber

degene die de macht heeft

uitgeschakeld / neergeslagen

als iemand een grote overwinning viert

de emotionele ontmoeting, het gevecht

ronde harde tropische vrucht met groene schil

personen die informatie geven

Personen in verhalen

hoofdpersoon

bijfiguren

figuranten 

HOOFDPERSOON

BIJFIGUUR

Je komt achter zijn / haar gedachten en gevoelens.

Je komt minder van deze persoon te weten.

De schrijver laat je als het ware meekijken door de ogen van deze peroon.

Deze persoon leer je het beste kennen. 

Deze persoon wordt niet zo uitgebreid beschreven. Je leest weinig / niets over zijn gedachten en gevoelens. 

persoonsbeschrijving:

Als je een persoon beschrijft, let je op verschillende dingen in het verhaal. 

uiterlijk: gezicht, haar, kleding

1

karaktereigenschappen

2

kenmerken: leeftijd, gezondheid, rijk of arm

3

Voorbeelden van karaktereigenschappen:

druk - rustig

actief - afwachtend 

eigenwijs - gehoorzaam

blijft haten - kan vergeven

arrogant - bescheiden

brutaal - beleefd

agressief - kan zich beheersen

eerlijk - oneerlijk

Relaties

Welke relatie hebben de personen met elkaar? (familie, vrienden, vijanden, klasgenoten?)

Bijfiguren kun je ook veaak verdelen in helpers en tegenstanders. 

Aan de slag...... 

Maak 

opdracht 1 (blz. 111 - 112)

opdracht 2 (blz. 114)

opdr. 3 (blz. 115 ) 

Evaluatie

1)   Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 

2)   Tips en Tops.......

3)   Heb je gewerkt aan een van jouw doelen? (Onenote? )