Onderwerp en hoofdgedachte

Een tekst waarvan het doel is de lezer kennis te laten maken met verschillende meningen, zodat de lezer ten slotte zijn eigen mening kan vormen.
EEn tekst die bedoeld is om mensen te overtuigen.
Een tekst met als doel de lezer te informeren over een onderwerp.  Gebaseerd op feiten en objectief.
Een advertentie die wordt gepresenteerd als een informatief of instruerend artikel.
Betoog
Advertorial

Beschouwing
Uiteen-zetting
1 / 15
suivant
Slide 1: Question de remorquage
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Een tekst waarvan het doel is de lezer kennis te laten maken met verschillende meningen, zodat de lezer ten slotte zijn eigen mening kan vormen.
EEn tekst die bedoeld is om mensen te overtuigen.
Een tekst met als doel de lezer te informeren over een onderwerp.  Gebaseerd op feiten en objectief.
Een advertentie die wordt gepresenteerd als een informatief of instruerend artikel.
Betoog
Advertorial

Beschouwing
Uiteen-zetting

Slide 1 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit: wat bedoelen we met een hoofdonderwerp en een hoofdgedachte?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen deze les:
Aan het einde van de les ken/ kun je:

Een tekst verkennend en globaal lezen a.d.h.v. een stappenplan en dit toepassen in een opdracht. Je hebt gemerkt dat het stellen van vragen helpt om informatie uit een 
tekst te halen. Je weet wat hoe je het onderwerp
en de hoofdgedachte kunt vinden.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 5 tot en met opdracht 8.

Doe dit in groepjes van drie. Zorg dat je het eens bent met elkaar over het antwoord, lukt dit niet vraag dan om hulp

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesstrategieën
Lees strategieën helpen je om een tekst beter begrijpen en daardoor kun je vragen ook beter beantwoorden. 
De leesstrategieën die je gebruikt zijn:
- verkennend lezen;
- globaal lezen;
- intensief/ nauwkeurig lezen
Eigenlijk doe je dat op deze volgorde... dus eerst verkennend, dan globaal en als het nodig is intensief.

Slide 6 - Diapositive

ander woord voor verkennend lezen = orienterend lezen
Stappenplan verkennend lezen

 Wat valt je op aan de tekstonderdelen?

- titel

-tussenkopjes

- de lead

- afbeeldingen

- bron

- wat weet ik al over dit onderwerp?

- Je bepaalt wat de tekstsoort en wat het onderwerp is.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan globaal lezen
  1. TIJDENS het globaal lezen: lees je de inleiding en eerste en laatste zin van elke alinea  en vervolgens vluchtig de hele tekst.
  2. Een lezer die een tekst globaal leest wil weten wat de antwoorden zijn die in een tekst gegeven worden op de door oriënterend lezen gevonden hoofdvragen. Dat betekent dat je jezelf vragen stelt ( die met de het onderwerp en de hoofdgedachte te maken hebben) terwijl je leest.

De hoofdvraag ( belangrijkste vraag)  heeft altijd een duidelijke link met de hoofdgedachte. Je zou kunnen zeggen dat het de vragen zijn die zorgen dat je de informatie over de hoofdgedachte vindt.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan intensief lezen
  1. Lees de tekst verkennend:  bepaal tekstsoort en onderwerp
  2. Lees de tekst globaal: bepaal tekststructuur, tekstdoel en hoofdgedachte
  3. Lees de tekst intensief:
  • aanwijzingen in de inleiding
  • tekstverbanden tussen tekstdelen
  • onbekende woorden en beeldspraak
  • tabellen en diagrammen
  • betrouwbaarheid
  • evt. standpunt en argumentatie


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kijk naar de titel, vetgedrukte woorden en de plaatjes.
Nu lees ik.....
A
Globaal
B
Zoekend
C
Verkennend lezen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen verkennend lezen en globaal lezen?
A
Bij globaal lezen lees je de tekst helemaal en bij verkennend lezen niet.
B
Bij verkennend lezen lees je de tekst helemaal en bij globaal lezen niet.
C
Bij globaal lezen bekijk je de tekst: tussenkopjes, titel, plaatjes enz. en bij verkennend lezen niet.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je de tekst bekijkt om te bepalen wat de tekstsoort en het onderwerp is.. dan ben je
A
globaal aan het lezen
B
verkennend aan het lezen
C
intensief aan het lezen
D
een instructie aan het volgen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke leesstrategie lees je de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea, de eerste en laatste zin van alle alinea's en vervolgens (vluchtig) de hele tekst ?
A
Verkennend lezen
B
Precies/nauwkeurig lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak in studiemeter:

Uit studiemeter: starttaal online -> 3F -> lezen -> opbouwopdrachten

Verkennend en globaal lezen, alle opdrachten.

 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik lees een tekst eerst verkennend en dan globaal.

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions