JE COMPRENDS LES DONNÉES

• Frans
• Secundair onderwijs

Je comprends les données

Begrijp je alle opgaven

Weet je welke théorie je moet inzetten?

En hoe je kladblad kan helpen ?

Choisis entre les verbes
wil zeggen...

1. kijk naar de werkwoorden.
2. Gebruik de volgende werkwoorden.
3. Kies tussen de werkwoorden.
4. Vul aan met deze werkwoorden.

Complète par la bonne conjugaison.
wat moet je doen ?

1. invullen met een werkwoord
2. invullen met het goede vervoegde werkwoord
3. invullen met het goede woord
4. ingevullen met het gepaste werkwoord

Duid "un adjectif possessif" aan.

1. ça
2. ces
3. mais
4. ses

Schrijf alle adjectifs possessifs op die je kent. Ik geef al een voorbeeld.
notre- nos/ votre- vos/ leur-leurs

un mot interrogatif of M.I. wat is dat?

1. een vraagwoord
2. een vraagteken
3. een vragende zin
4. een negatieve zin

les mots interrogatifs

conjugue le verbe entre (parenthèses)
et fais une phrase.
Les filles/ les/ tests de maths/ (détester).

Pose une question avec mot interrogatif.
la réponse est: Je vais à l'école à vélo.(3)

Réponds négativement !
welke théorie moet je hiervoor gebruiken?

donne une réponse négative.
Tu aimes encore les chansons de K3 ?

Duid de juiste plaats en vorm aan.

1. un nouveau élève
2. un élève nouvel
3. un élève nouveau
4. une nouvelle élève

réponds wil zeggen ...

traduis ! Wat moet je doen ?

1. invullen
2. vertalen
3. luisteren
4. schrijven

Hoe zeg je: geef het tegengestelde ?

1. Donne le synonyme.
2. Donne la réponse.
3. Donne le contraire.
4. Donne la question.

Hoe zeg je dan geef een synoniem, zeg hetzelfde maar anders.