Foutieve samentrekking A3a

Telefoon in de telefoontas, leg NN en je schrift op tafel
Pak je leesboek...

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Telefoon in de telefoontas, leg NN en je schrift op tafel
Pak je leesboek...

Slide 1 - Diapositive

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Foutieve samentrekking
blz 64

Slide 3 - Diapositive

LESDOELEN
  • Je weet wat een samentrekking is;
  • Je kunt de 3 regels opnoemen voor de samentrekking;
  • Je kunt een foutieve samentrekking herkennen;
  • Je kunt een foutieve samentrekking verbeteren.

Slide 4 - Diapositive

Wat is een samentrekking?

Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die meestal de tweede keer weglaten.         Dat heet samentrekking.
Een samentrekking wordt daarom ook wel weglating genoemd.

Slide 5 - Diapositive

Samentrekking
  • Komt voor bij samengestelde nevenschikkende zinnen
    (en, maar, want, dus, of)

Truus ging naar de stad en Truus kocht twee paar schoenen.

Truus ging naar de stad en kocht twee paar schoenen.
Weggelaten: Truus

Slide 6 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
1a. Bij zinsontleding hetzelfde zinsdeel zijn (onderwerp, lijdend voorwerp etc.) 

De spelcomputer was afgeprijsd en heb ik toen gekocht.
Weggelaten: de spelcomputer

Eerste deel: spelcomputer = onderwerp
Tweede deel: spelcomputer = lijdend voorwerp     -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: De spelcomputer was afgeprijsd en die heb ik toen gekocht.

Slide 7 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
1b. Bij woordsoortbenoeming dezelfde woordsoort zijn (bv. kww / hww / bw etc.)

Stefan heeft griep en daardoor het schoolfeest gemist.
Weggelaten: Stefan, heeft

Eerste deel: Stefan = znw / heeft = zww
Tweede deel: Stefan = znw  / heeft = hww  -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: Stefan heeft griep en heeft daardoor het schoolfeest gemist.

Slide 8 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
2. Dezelfde betekenis hebben.

Mijn oma schonk thee in en daarna aandacht aan ons cadeau.
Weggelaten: mijn oma, schonk

Mijn oma -> in beide delen dezelfde betekenis, mag je dus weglaten in het tweede deel.
Schonk -> NIET dezelfde betekenis (inschenken, aandacht schenken)-> foutieve samentrekking!

Verbetering: Mijn oma schonk thee in en schonk daarna aandacht aan ons cadeau.

Slide 9 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
3. Hetzelfde getal hebben.

Al zijn vrienden zijn bevorderd, alleen hij niet.
Weggelaten: is, bevorderd

Al zijn vrienden komt met het werkwoord 'zijn' -> meervoud
Terwijl in het tweede deel het enkelvoud 'is'  gebruikt moet worden -> je mag dus niks weglaten!

Verbetering: Al zijn vrienden zijn bevorderd, alleen hij is niet bevorderd

Slide 10 - Diapositive

De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 11 - Quiz

De cadeautjes stonden onder de trap en werden later uitgepakt.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 12 - Quiz

Zijn broek kostte tachtig euro, maar vind ik niet mooi.'
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 13 - Quiz

LESDOELEN
  • Je weet wat een samentrekking is;
  • Je kunt de 3 regels opnoemen voor de samentrekking;
  • Je kunt een foutieve samentrekking herkennen;
  • Je kunt een foutieve samentrekking verbeteren.

H1, blz. 34/35 maken opdracht 4

Slide 14 - Diapositive