1.4 Nigeria in de wereldeconomie

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen
* Welkom
* Snelle herhaling! 15 sec per vraag!!!
* Uitleg 1.4 Nigeria Wereldeconomie (Let op dit is taaie stof)
* Vragen maken 1.4
* 1.5 Cacaobonen met opdracht

Slide 2 - Diapositive

Welk begrip hoort er bij: Tropisch klimaat met een droge periode van enkele maanden.

Slide 3 - Carte mentale

In Nigeria is de levensverwachting niet zo hoog als in veel westerse landen.

Waaraan sterven de meeste mensen in Nigeria?
A
aan armoede-gerelateerde ziekten
B
aan monocultuur
C
aan te weinig beweging
D
aan welvaartsziekten

Slide 4 - Quiz

Nigeria ligt in ...
A
Zuid-Amerika
B
Azië
C
Afrika
D
Europa

Slide 5 - Quiz

De *artsendichtheid in Nigeria is


A
laag
B
hoog
C
gemiddeld

Slide 6 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Nigeria?
A
Lagos
B
Port Harcour
C
Porto Novo
D
Abuja

Slide 7 - Quiz

Nigeria was een kolonie van
A
Nederland
B
Engeland
C
Portugal
D
Spanje

Slide 8 - Quiz

Nigeria heeft veel natuurlijke hulpbronnen. Dit is geen natuurlijke hulpbron van Nigeria
A
Aardolie
B
Goud
C
IJzererts
D
Bauxiet

Slide 9 - Quiz

Wat is geen buurland van Nigeria?
A
Namibië
B
Benin
C
Kameroen
D
Niger

Slide 10 - Quiz

De levensverwachting in Nigeria is:
A
Hoog
B
Laag
C
Gemiddeld

Slide 11 - Quiz

In het zuiden van Nigeria vindt je een....
A
Tropisch regenwoud klimaat
B
Steppe Klimaat
C
Savanneklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 12 - Quiz

Hoe is de bevolkingsspreiding in Nigeria?
A
Gelijk verdeeld
B
Ongelijk verdeeld

Slide 13 - Quiz

Nigeria: In de Nigeria Delta vinden we aardolie en gaswinning, wie profiteren hiervan?
A
Shell
B
Nigeriaanse overheid
C
Nigeriaanse bevolking
D
Buurlanden

Slide 14 - Quiz

Nigeria is een multicultureel land.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is het belangrijkste exportproduct van Nigeria?
A
Cacao
B
Rietsuiker
C
Aardolie
D
Rubber

Slide 16 - Quiz

Nigeria ligt in ......
A
Noord-Afrika
B
Oost-Afrika
C
Zuid-Afrika
D
West-Afrika

Slide 17 - Quiz

Nigeria heeft .....
A
0 tot 20 miljoen inwoners
B
20 tot 100 miljoen inwoners
C
100 tot 200 miljoen inwoners
D
200 miljoen + inwoners

Slide 18 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: Het omkopen van mensen of het verduisteren van geld.

Slide 19 - Carte mentale

Leerdoelen
De wereld buiten Nigeria heeft ook invloed op armoede en honger in Nigeria. Daarin speelt de wereldhandel een belangrijke rol.

Leerdoel: Hoe beïnvloedt de internationale handel de armoede in Nigeria?

Slide 20 - Diapositive

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Nigeria is voor vrije wereldhandel -> geen handelsbelemmeringen -> bv geen invoerbelastingen -> maar komt toch veel voor

Slide 21 - Diapositive

Wat is het voordeel van handelsbelemmeringen voor Nigeria?
A
Ze kunnen meer producten uit het buitenland kopen.
B
Nigeria mag alleen in eigen land handelen.
C
De Nigeriaanse producten worden beschermd door invoerbelasting
D
Nigeria mag alleen in het buitenland handelen.

Slide 22 - Quiz

De meeste arme boeren in Nigeria verbouwen vooral (1) handelsgewassen / voedselgewassen.
Vaak durven ze niet over te schakelen op commerciële landbouw uit vrees voor de (2) exportsubsidies / importsubsidies van de rijke landen.

Wat hoort bij de cijfers 1 en 2 te staan?
A
1. handelsgewassen, 2. exportsubsidies
B
1. handelsgewassen, 2. importsubsidies
C
1. voedselgewassen, 2. exportsubsidies
D
1. voedselgewassen, 2. importsubsidies.

Slide 23 - Quiz

wat is geen nadeel van vrije wereldhandel?
A
veel concurrentie
B
schommelende prijzen
C
vrije export
D
goedkope import

Slide 24 - Quiz

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Voordelen vrijhandel
  • Probleemloos exporteren -> handelsgewassen bv cacao, palmolie, rubber
  • Goedkoop importeren

Slide 25 - Diapositive

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Nadelen vrijhandel
  • Wisselende prijzen -> wet van vraag en aanbod
  • Verdringing van de eigen voedselproductie
  • Voedselvoorziening afhankelijk van import

Slide 26 - Diapositive

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Goedkoop voedsel
  • Voedseloverschot -> lage prijs -> dumping
  • Boeren VS en EU hebben grote bedrijven en machines -> meer productie
  • Boeren VS en EU krijgen steun van regering voor investeringen

Slide 27 - Diapositive

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Andere inkomstenbronnen
  • loon van familie uit buitenland
  • structurele ontwikkelingshulp
  • Buitenlandse bedrijven ->  China -> bouwen havens voor korting op grondstoffen (China heeft zelf weinig grondstoffen)

Slide 28 - Diapositive

Hoe noem je overschotten verkopen voor een lage prijs?
A
Uitverkoop
B
Bonus
C
Dumping
D
Goedkoop

Slide 29 - Quiz

Een nadeel van dumping is
A
de bevolking kan de voorraden bijna nooit bereiken
B
de eigen boeren komen hun producten niet meer kwijt en hebben geen inkomsten meer
C
dat de bevolking te veel voedsel krijgt
D
dat de boeren goed kunnen concurreren en meer geld verdienen

Slide 30 - Quiz

Ontwikkelingshulp is?
A
Hulp die bij een ramp wordt gegeven.
B
Samenwerking waarbij arme en rijke landen samen werken
C
Geld sturen naar arme landen
D
Hulp van de rijke landen aan de arme landen

Slide 31 - Quiz

Als je ontwikkelingshulp bied, ben je een..
A
arm land
B
rijk land

Slide 32 - Quiz

Zelf aan de slag 20 minuten
1.4 opdracht 1, 3, 4, 5

Bij het filmpje van paragraaf 1.5 maak je opdracht 1 en 3 

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Vidéo